Gezangboek voor vrijmetselaaren
(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij
[pagina 188]
| |
[pagina 189]
| |
Als ginds, in der ondeugd kerker,
De gevangne ligt geboeid,
Of, dáár, eigen rampbewerker
Wanhoopt en onzinnig loeit,
Schudden wij dier menschheid schanden,
Met gesterkte spieren af,
En vergruizen juk en banden,
Die de mensch zichzelven gaf.
Vrij te denken, vrij te spreeken,
Geeft der ziele eene arendskracht;
Doet haar door de wolken breeken
Waar verlichting lagchend wacht.
Slaafsche stormen moogen loeijen,
Dwinglandij haar tegenstaan,
Zij, bevrijd dier harde boeijen,
Streest ter blijde zonnebaan.
| |
[pagina 190]
| |
't Heir der dristen stout bedwingen,
Is wat deeze school ons leert;
't Heil, welk daatüit moet ontspringen,
Wordt, met ernst, door elk' begeerd.
Wars van oproers naare kreeten,
Vrij van heerschzuchts dol getier,
Kuscht des Metslaars rein geweten,
Rede! uw' zachten scepter hier.
|
|