Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Bij de opening der tafel-loge. Air: Le reveil du peuple. Van hier, van hier, ô duisterlingen! Ontwijdt deez' heilgen tempel niet, Waarin wij 't glanslijk licht ontvingen Dat door zinbeeldig donker ziet: Op, Broedren! die het mag gebeuren Door de Ordezon te zijn bestraald: Op! laat ons hem hoogst-strafbaar keuren Die ons geluk, onkundig, smaalt. choor. Op! laat ons hem hoogst-strafbaar keuren Die ons geluk, onkundig, smaalt. [pagina 178] [p. 178] Laat ons diens Pouwheers naam verhoogen, Die alles voordbragt uit het niet: Hem prijzen die, met gunstige oogen, Op onzen Broeder-arbeid ziet: Laat ons der armoed niet vergeeten Meêlijdend onze hulp te biên; In voorspoed dankbaar, niet vermeten; Geduldig op den rampspoed zien. choor. In voorspoed dankbaar, niet vermeten; Geduldig op den rampspoed zien. De vreugde wisselt met bezwaaren, De vrolijkheid met kommer af; En veelen onzer levensjaaren Zijn 't bloemrijk pad naar 't stille graf. Dit zien we, aan deeze plaats gezeten, Wáár geen bespieder ons begluurt; Wáár we allen schakels zijn der keten, Die tot in beter leven duurt. choor. Wáár we allen schakels zijn der keten, Die tot in beter leven duurt. [pagina 179] [p. 179] Der menschheid steeds tot heil te leeven, Blijv' 't edel doel van onzen taak; Terwijl wij tevens nijvrig streeven Naar vruchten van een wijs vermaak. Koomt, smaaken wij de vreugd van 't leven, Bij vriendschap, Broedermin en wijn. Natuur heeft ons den trek gegeeven Tot een geöorloofd vrolijk zijn. choor. Natuur heeft ons den trek gegeeven Tot een geöorloofd vrolijk zijn. Vorige Volgende