Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 145] [p. 145] Gevoel eens nieuwingewijden. Welke schoonheid, welke straalen, Welk een aldoordringend licht Zie 'k van 't oosten op mij daalen! Welk een glans dekt mijn gezicht! Met ziel en zinnen } Zal 'k, Orde! u minnen } bis. Die mij leert, verrukt en stricht. } Ik zie, treffende, op dit heden, Dat de Vrije - Metslaarij Steunt op waarheid, deugd en reden, Vreemd van laage kunstnaarij: Wars van gebreken, } Van list en treken, } bis. Is zij van zedenloosheid vrij. } [pagina 146] [p. 146] ô Laat andren zich vermaaken, In de heerschzucht, weelde en pracht, Of naar goud, door gouddorst, haaken; Hier wordt dát verguisd, verächt. Vrij - Metselaaren, } In kunst ervaaren, } bis. Zijn steeds door nedrigheid geächt. } Kunne vol bevalligheden! Stel 't vooröordeel toch ter zij': Nooit ziet ge u zoo aangebeden Dan van ons. - Bescheiden-vrij U te beminnen, } Uw gunst te winnen, } bis. Zijn wetten der Vrij - Metslaarij. } Zie ons, op des meesters wenken, Vaardig, eensgezind en blij', D'eêlsten nektar bruisschend schenken, Om, naar eisch der Metslaarij, Driemaal drie keeren, } U daarmeê te eeren, } bis. Bij de allerschoonste harmonij. } Vorige Volgende