De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 12. Brieven 1658-1801
(2014)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1713 Aan Jacques Toussain
| |
[pagina 127]
| |
Toen Lefèvre d' Étaples op reis hier voorbijkwam, liet hij mij versteld staan met het bericht dat Budé, sieraad van Frankrijk en favoriet van de geleerden, ons door het noodlot is ontvallen. Dat dit gerucht vals is leid ik af uit het feit dat Nicolaus Episcopius in zijn brief aan mijGa naar voetnoot3. hem ter sprake brengt, maar zijn dood niet noemt. Ik hoop dat deze brief, hoe kort en onzorgvuldig ook geschreven, het bewijsstuk is van het begin van een vriendschap die nooit zal ophouden. Want op dit ogenblik kan ik niet uitgebreider en op een andere manier schrijven. Breng mijn groeten over aan Brie, Bérault, François Dubois, CyprianusGa naar voetnoot4. en Bade. Ik stuur je mijn vertaling van het begin van Galenus, die volledig in het Grieks bij de drukkerij van AldusGa naar voetnoot5. is verschenen. Wil je de teksten vergelijken en beoordelen of ik de juiste conjecturen heb aangebracht? Want de tekst moest in elk geval verbeterd worden; ik heb nog nooit zo'n corrupte tekst gezien. Het ga je goed. Bazel, 16 mei 1526 |
|