1484 Aan François Du Moulin
Bazel, 2 september 1524
Erasmus van Rotterdam groet François Du Moulin, bisschop van Condom
Was ik maar een rots, zoals u me noemt in uw brief!Ga naar voetnoot1. Dan zou ik wel gindsheen rollen, al was het alleen maar om zeker te genieten van uw allervriendelijkste gezelschap. Maar ik ben nu helemaal van glas of nog breekbaarder, als dat bestaat. Ik zit helemaal niet te wachten op een bisschopsbenoeming die zijne Majesteit me steeds belooft.Ga naar voetnoot2. Zoiets zou mij van mijn liquide middelen ontdoen, die niet erg omvangrijk zijn; het zou me overladen met schuld, onderdompelen in zorgen en beroven van mijn vrijheid, en zonder haar zou ik nog geen drie dagen kunnen leven. Ook het thesaurierschapGa naar voetnoot3. is een soort bisschopsambt. Ik ken dit arme lichaam, ik ken mijn geest. Een maand of twee heb ik geen last meer gehad van de foltering van niersteen. Dit dank ik aan de wijn die ik onlangs verkregen heb. De koning zit tot over zijn oren in oorlogszaken en u zult ook wel gedwongen worden hem te vergezellen; en het wordt winter. Er zijn nog enkele andere redenen die mij ongeveer overhalen om uit te kijken naar de eerste zwaluw. Tot dan praten we per brief. Naar ik hoop zal de winter dat oorlogsvuur wat temperen; dan zullen we ons ginds nestelen als ijsvogeltjes. Laat alstublieft niet na mijn groet over te brengen aan de allerchristelijkste koning: het doet me verdriet dat hij weduw-