Als Rays zus hem vertelt dat ze zijn vriend Gordon met een sportief gekleed meisje op het terras van Krasje heeft zien zitten, stelt hij voor zichzelf vast dat die versierder natuurlijk weer een nieuw visje aan de haak heeft geslagen. Gordon staat nou eenmaal bekend als een meidman en zijn wakawaka ai en dyompo futu lobi zijn heel gewoon bijproducten van zijn overgevoeligheid voor vrouwelijk schoon.
‘Daarom zie ik die leba niet’, zegt Ray. ‘Misschien denkt hij dat ik z'n kaas van z'n brood ga eten.’
Wanneer Gordon eindelijk komt opduiken, vraagt Ray hem of hij een leuke tijd met zijn nieuwe love heeft gehad.
‘Leuk? Ga zitten mi boi, laat me je vertellen! Weet je wie die sma is met wie ik draaide? Rarara. Die mooie kleine meid uit de kapsalon. Die sma is sportief, jongen! Toen ze merkte dat ik broke was, heeft zij alle uitjes en innetjes betaald. Ik geloof dat haar vader blad heeft lek' santi.’ Rays mond valt haast open van verbazing. Gordon gaat grinnikend door. ‘Toch moet ik je iets bekennen. Toen ik kennis met haar maakte, heb ik het voor je gebeerd. Ik vond het vreselijk zout om haar te zeggen dat ik broke was, eerlijk gezegd schaamde ik me ervoor. Ik heb me toen onder jouw naam en adres aan haar voorgesteld. Cindy is gisteren vertrokken. Als je brieven van haar ontvangt, dan zijn die dus voor mij bestemd. Be a good sport.’
Rustig laat Ray Gordon uitpraten, terwijl hem veel duidelijk wordt.
‘Kijk brada’, zegt hij ernstig. ‘Hoewel ik er geen narigheid van verwacht, vind ik het een laffe streek van je. Een sportief kind behandel je toch niet op die manier!’
Gordon weigert de zaak zo te bezien en lacht om zijn eigen vindingrijkheid en om Ray die de boot heeft gemist. Ray daarentegen kijkt allesbehalve vriendelijk en zegt stug toe de brieven te zullen doorsturen. ‘Maar’, voegt hij eraan toe, ‘wat doe ik als er brieven van haar vader komen?’
‘Brieven van haar vader? Die mag jij houden’, antwoordt Gordon. ‘Ik hoop dat hij jou ter verantwoording roept om z'n dochter.’
Nu is het de beurt aan Ray om te lachen. Hij haalt een brief uit zijn zak. ‘Prachtig’, zegt hij, ‘lees maar!’