Gheestelycke dichten(1622)–Willem van der Elst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio i4v] [fol. i4v] Den selven tot den geest-rijcken Gvil. van Nievwelandt, correctevr van desen drvck. GElijck ick niet en konst Verdvssens Druck vergeten, Maer met een danckbaer Dicht moest kussen handt en voet, Des genes die soo veel tot mijner eeren doet; Soo kan ick uwe jonst', uw' sorghen ongemeten, Hier stille niet voor-by. Te vast waert toch geseten Om dit oneffen stuck te maecken effen, goet: Te vrijen van den schimp, en van verdiende boet. Den Drucker in den Druck geholpen elcken keer, Om sijn werck met het mijn te geven lof en eer. Wat segh' ick, sijn en 't mijn? Ia die nu willen wesen, En inder waerheyt oock zijn meesters van goet Dicht, Tot uw' Konst-rijcke pen, geleert en schalck gesicht, Self nemen hunnen vlucht eer dat sy zijn vol-presen. Vorige Volgende