| |
| |
| |
De Amsterdamsche kermis.
Stem: Lestmaal teen schuilden ik voor den regen.
Vrolyke geesten die Baghus beminnen,
Kom treed met vreugde nu aan den dans;
Vult u-we beurzen, Verlustigt uw zinnen,
Ouden en jongen, vrouwen en mans;
Wilt nu de Ker-mis vieren van deeze groote Stad, drinken en klinken en zwieren,
En maakt je keeltjes nat,
| |
| |
2. Zie eens hoe Krelis en Tryntje te zaamen
Vrolyk gaan wandelen, hand aan hand,
Na de koek-, poffers- en wafeltjeskraamen,
Want zy staat in zyn jonk hart geplant.
Och lieve Krelis Jangsen, Koop me wat zoete koek;
t' Avond dan zellen wy dangssen;
Steekt ze maar in je broek.
Symen zait, Kniertje lief 'k heb, by myn zoolen,
Weinig plaizier in myn tyd ehad,
Gaen we nae 't Doolhof; kom laet ongs iens doolen,
En dan zien knuppelen hongd of kat.
Kneirtje laat haar bepraaten, Symen zet haar op zy.
Praatende langes de straaten, Komt'er Jan Tyssen by.
Vaartje met Mortje die koopen haar Spruitjes
Trommeltje, belletje of een trompet,
Of ander poppegoed voor haar guitjes,
Boogje, rolwagentje, of een musket,
En houte neutekraaker. Hanne koopt Lys een steeg
Uitterse heilikkemaaker, Want zy en is geen deeg.
Vrysters en Vryers, nu lustig aan 't veegen,
En aan 't braveeren door Amsterdam.
Wandelt als wyzen de veilige wegen;
Past op de harsten en kermis ham.
Gaat met uw lief in vreden Al zoetjes kruijen voort,
Eens na de kraamen toe treeden,
Daar zel je Marri met Jan Neef zien danssen,
Snappen en kakelen met plaizier:
Poepen, en knoeten, en waalen, en franssen,
Recommandeeren: Monsieurs! hoor hier;
Hier wort het agtste wonder Uitgevoert op de koord
| |
| |
Met de kruiwagen en zonder
Stok, hier nooit meer gehoort.
Treed dan zo voort eens de poort uit na buiten,
Na den plaizierigen Overtoom.
Wil je niet wandelen, stap in de schuiten;
Drinkt daar eens lustig om, zonder schroom.
Wil je de beentjes roeren? 't Veeltje gaat na de maat?
Dans daar eens met de goê Boeren
Ben je van 't drinken en springen wat loompjes!
Reid met de wagen weg, om 't gemak:
Vallen de toertjes u, na de Overtoompjes,
't Lighaam wat zwaar? het verligtje zak.
Kannen en kruiken veegen Valt wel wat kost'lyk, maar
Wat is'er veel angelegen? Kermis komt eens in 't Jaar.
Ben je genegen op bassen en veelen,
Op de Komedie en Bottermart,
Koddig en treurig de rol te zien speelen,
Op de oktaaf, op de kwint of quart?
Daar zel je s' Jan Pottage Met al zyn gekken staan
Schreeuwen zien: sa, sa, courage,
Lust u een toertje langs graazige weijen,
Buiten aan de Uitersepoort, te doen?
Of om een lugtje op het water vermeijen?
Wilt u na 't Weteringspoortje spoên,
En drinkt daar by Stadlander Onder het groen een vaan,
Onderwyl de eenen en de ander
Wil je dan 's avonds nog eens om een kykje,
Met je Beminde, na 't Turfschip gaan?
| |
| |
Na de Wynvaatjes, of na het Zeedykje?
Weest toch voorzigtigjes, laat je raân:
Ik wil die krollen my'en, En leggen 't hoofdje daar
Paarden noch wagens en ry'en.
|
|