Gezangen, of het vrolyk gezelschap der negen zanggodinnen
(1738)–Jan van Elsland– Auteursrechtvrij
[pagina 49]
| |
[pagina 50]
| |
dat men zig ge-zaligt vleit:
Beschreid om d' eidele onstandvastigheid.
2.
De hooge Staaten,
Schoon boven maaten,
Voor 't oog vol glans, bejaagd, betragt, gezogt,
Hoe zoet voor 't vlees en 't leven uitgedogt,
Heeft aan de ziel meer ramp dan heil gewrogt.
3
Gelyk een Koning
In zyne wooning
(Onrustig, door zyn glorie, pragt en staat,)
Veeltyds uit zugt en drist van eigenbaat,
En Staatzugt, van veel kroonen zwanger gaat.
4.
Zo zyn die Menschen
Die hoogheid wenschen,
Verhit op staat, gezag en overvloed,
Gants rustetoos van zinnen en gemoed,
En arm, zo wel in voor- als tegenspoed.
|
|