Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen(1667)–Pieter Elsevier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aen een die altijt over sijn deur leunde. HAlf-lijvig schijnt gy 't volk, en anders toont ge niet; Uw' nydig' onder-deur uw' boven deel maer biet, Aen uwer buuren oog: wie weet ofg' een Syreen zijt, Dan of een slange staart veel kronklig na beneen glijdt? Wie weet of gy al dye, of kuyt, of voeten hebt! [pagina 169] [p. 169] Dan ofg' een vier-poot zijt, daer yder schrik van schept? Wie weet of gy half man of vrouw, half vis of vogel, Of ander monster zijt? Of dat een heete kogel Uw' beenen van uw lijf gedragen heeft? wel dan, Doe op uw' deur, of 'k houw u voor half bok, half man. F.S. Vorige Volgende