Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen(1667)–Pieter Elsevier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Aen Me-Juffer N.N. Roepende niet anders als het af-keerig Woordtje Fy, en Foey, als ik haer Kussen wilde. WAt Fy? wat Foey de luy? is Fy een Compliment? Of leyt hier ergens drek? of Kattestront ontrent? Wat schortje metje Fy? of mach ik het niet weten? Of is mijn Schabberlack bespogen? of bescheten. Wat Foey je dan de luy Me-juffer? Fy men doet Aen uyt-gedreete kost dees erentfeste groet! Wat Fy? wat Foey de luy? of meenje dat mijn backhuys Zoo stinkt als 't uwe doet, gelijk een Boere kakhuys? p.e. Vorige Volgende