Kyrieleis(1950)–Lidy van Eijsselsteijn– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Vuur Vuur, leen Uw vlam aan mijn hart. Het palet van de herfst ligt verstild, met milder verven bestreken. In de morgen klinkt over de kreken luider de roep van de wilde eend, verscheurend de ijle sluiers van dauw en kant. De huivrende hand zoekt thans Uw gloed, daaraan te wijlen, het oog Uw speelse dans, het hart Uw onderkomen... Gij, aan de goden ontnomen, vuur, leen Uw vlam aan mijn hart. Vorige Volgende