als papierkoper in 1683, 1688, 1694 en 1704. Op 6-11-1694 legden Pieter Domna, makelaar, en twee waagdragers in het Geelhoedenveem voor not. Tixerandet verklaringen af ten verzoeke van Salomon de Blocquery, bewindhebber van de O.I. Compagnie, over papier, dat ze op diens zolder hadden uitgepakt en dat afkomstig was uit Genua en waarvan 900 riem beschadigd waren. Op dezelfde dag legden Cornelis van Thulden en Albertus Sluysken, kooplieden in papier, verklaringen af over de kwaliteit en de beschadiging van deze partij, waardoor de waarde was verminderd. (N.A. 3725, 181). Op 5-11-1697 legde Cornelis van Thulden voor not. Tixerandet een verklaring af ten verzoeke van Salomon de Blocquery, dat onder de 13 balen Genuees papier, welke hij op 18-9-1695 van de Blocquery had gekocht, er 4 waren met een inhoud van 30 riem, terwijl er normaal 32 riem in zaten (N.A. 3727, 4). Op 30-4-1703 gaven Cornelis van Thulden en vrouw procuratie voor not. Emaus ten Bergh op Thomas Matroos om uit hun naam een schepenkennis ten behoeve van Paulus Stegman van f 4500. - te verlijden tegen 4½% interest, terug te betalen na een jaar, met als onderpand haar aandeel in de huizen van haar ouders, op 3-5-1703 nogmaals voor f 1000. - (N.A. 5672, 375 en 385). Op 1- en 3-5-1703 verleed Matroos deze schepenkennissen, die beide op 4-7-1704 geroyeerd werden. In 1708 stelde Jaques Ranson een eis in tegen Cornelis van Thulden, die weigerde papier, dat hij van hem had gekocht, in ontvangst te nemen (KS 832). In 1681, 1703 en 1706 woonde hij op het Water, in het laatste jaar nader aangeduid als bij de Papenbrug.