Winter een aantal personen ten verzoeke van Abraham Pelgrom, van Hierden en wonende in de Leidsestraat, verklaringen af over het gedrag van hem en zijn echtgenote Anna Roos. Daarbij waren Harmanus Put, papierfactor, en Paulus Sebille, die Pelgrom verschillende jaren kenden, en Cornelis van Thulden, die hem al jaren lang ten huize van zijn vader had meegemaakt. (N.A. 6725, 1019). Op 2-9-1709 repudieerde hij voor not. Boots de nalatenschap van zijn zoon Johannes, meerderjarig jongman, die op 31-8-1709 gestorven was ten huize van zijn zwager Johannes van Batenburgh, meester-chirurgijn te Schagen (N.A. 5170, 1419).