De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en de uitgaven N-W, papierhandel, drukkerijen en boekverkopers in het algemeen
(1967)–Isabella Henriëtte van Eeghen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 236]
| |
8-8-1685 Geertruydt Martens, ged. Nieuwe Kerk 21-11-1647, dochter van Anthony Martens, boekhouder, en Susanna Hooftman, en weduwe van Fredericus Schulerus, papierkoper (zie aldaar); zij hertr. 1693 Daniel Beylinck, karmozijnverwer.
Als beroep bij zijn ondertrouw in 1644 wordt juwelier opgegeven. Op 30-10-1654 verklaarde Jan Webster voor not. van de Ven in opdracht van de koning van Engeland van 29-9-1651 aan Isaac Meleyn te Parijs robijnen te hebben overgeleverd en f 4260. - in banco te hebben ontvangen (N.A. 1098, 243vo). Door zijn zwager Christoffel van Gangelt werd Meleyn ook in de papierhandel betrokken (zie aldaar). In 1683 hoorde hij tot de goede mannen als papierkoper. Bij zijn ondertrouw in 1685 wordt als beroep koopman opgegeven. Op 30-11-1685 kocht hij voor f 9300. - een huis op het Rokin naast de Duifjessteeg, dat 18-3-1686 bij willig decreet aan hem werd overgedragen (A.W.D. 31, 247 en W.D. 43, 34, zie ook Kw. 5 S, 314). Bij zijn test. van 9-9-1690 voor not. W. Sylvius benoemde hij zijn tweede vrouw tot erfgenaam en Anna, Christina en Johannes Cockarts (Kockers), de kinderen van Willem Cockarts en zijn schoonzuster Barbara van Gangelt, legateerde hij zijn buitenplaats Vechthoven onder Maarseveen (N.A. 4897, 205). Zijn weduwe verhuisde vermoedelijk naar Beverwijk, waar haar enig kind, Carel Schulerus, bij zijn huwelijk in 1723 woonde. |
|