Op 18-10-1689 werd hij poorter als boekvergulder, op 24-10-1689 gildelid, wat hij tot zijn dood bleef. Bij zijn ondertrouw in 1697 werd hij nog als boekvergulder aangeduid, in zijn begraafinschrijving als papierkoper. Hij woonde tot zijn dood in het huis de Papiermolen, op de hoek van de Korte Prinsengracht en Brouwersgracht, dat zijn vader ± 1677 had gekocht. Het huis werd daarna door de familie verhuurd, zodat waarschijnlijk de papierhandel werd stopgezet. Een broer, Jacob Pietersz Hulk, vermoedelijk gedoopt 23-5-1655 in de Ev. Luth. Gemeente, was enige jaren boekverkoper, maar werd geen gildelid. Bij zijn begraafinschrijving 29-11-1727 N. Luth. Kerk wordt als beroep opgegeven meester roerenmaker.