Henry (Guillaume) 1665-1730
Ged. Walenkerk 18-10-1665, st. 8, begr. Nieuwe Kerk 12-7-1730 (1ste kl.), zoon van Michel Henry, koopman, en Elisabeth Mercier, ondertr. kerk 6-5-1712 Willemina Hellerus, ged. Rem. Gemeente januari 1659, st. 22, begr. Nieuwe Kerk 27-3-1723 (1ste kl.), dochter van Henricus Hellerus, med. dr., en Alida van der Graeff.
De vader Michel Henry (geb. Rochelle 1630/31, ondertr. kerk 4-5-1663 Elisabeth Mercier, ged. Walenkerk 18-6-1631, dochter van Jacques Mercier, koopman, en Susanne Sohier) deed samen met zijn oudere broer Guillaume sedert 1663 zaken in Amsterdam, o.a. in papier (zie Duysberg 1670 en Boom 1683). Michel Henry verkocht in 1674 zijn huis op de Keizersgracht (A.W.D. 20, 263) en Guillaume Henry vertoefde in 1683 te Parijs (zie Boom). In 1693 kregen de zoons van Michel als Guillaume en Michel Henry in de boeken van de wisselbank een rekening, van 1700-1706 hadden zij ook een rekening als Henry et Gaultier. Het is mogelijk, dat Guillaume identiek is met Guilliam Henry van St. Malo, die op 8-4-1700 poorter werd. Op 9-11-1701 verklaarden Cornelis van Thulden, koopman, en Pieter Domna, makelaar, beiden wonende binnen Amsterdam en handelende in papier, voor not. Tixerandet ten verzoeke van Henry et Gaultier, dat het Italiaanse post- en schrijfpapier, dat ze op hun zolder hadden gevisiteerd, gesorteerd was in drie kleuren. Op dezelfde dag verklaarden Henry et Gaultier, dat ze dit 3 of 4 maanden eerder gelost hadden uit een schip, dat uit Genua kwam en dat de 256 riem post- en 128 riem schrijfpapier afgescheept waren door Labesse en Lasseur ter hunner consignatie van de fabriek van Giacomo Gambino (N.A. 3729, 618 en 619). Op 21-7-1702 verklaarden Guillaume Henry, Michel Henry en Pierre Gaultier (zie Coleman 61), handelende in compagnie op naam van Henry et Gaultier, dat hun enige dagen eerder van Rotterdam 36 balen papier, alle gemerkt G.F., no. 484-519, gekomen van Charente, waren toegezonden en door hun arbeiders waren gehesen op de zolder van hun huis aan de Keizersgracht, dat de broers Henry bewoonden. Bij opening van de eerste balen was gebleken, dat ze minder riemen bevatten als de factuur uitwees, zodat de 26 verdere balen waren geopend in tegenwoordigheid van de notaris door 3 met name genoemde arbeiders, die ook getuigden dat de balen los waren geweest. (N.A. 5959,
697). Op 31-12-1705 legden David Dumont, Pierre Jonas Fouquet, M.A. Fouquet, Nicolaas Eversen (tek. met merk), René Louis Maserier en Jean le Counier voor not. van Loon een verklaring af ten verzoeke van Nathanael Gaultier, koopman te Amsterdam, over het gewicht van 12 balen papier, gemerkt NG, no. 27-38, ontvangen op 2 schepen uit Genua en liggende in de winkel van Jonas Fouquet en bij Nathanael Gaultier (N.A. 6977, 1397). Op 15-11-1709 eed not. Burghout namens Albert Claasz Bleeker te Oostzaandam en compagnie insinuatie bij Guillaume en Michel Henry in compagnie, dat hij in gevolge de uitspraak van schepenen van Oostzaan en Oostzaandam van 14-11-1709 een partij royaal drukpapieren zou uitleveren aan hen, mits zij eed deden, ‘dat gij deselve drukpapieren niet hebt gewraakt nogte volkomen gerefuseert, nog ook aan den ins. toegestaan en gepermitteerd om die aen anderen te mogen debiteeren’, of ze anders niet te nemen, daar hij er een koper voor had. Michel Henry gaf daarop ten antwoord, dat hij de partij wel wilde ontvangen, maar niet de gevraagde eed afleggen. Indien Bleeker echter wilde verklaren, dat Henry het papier had geabandonneerd en niet wilde kopen, hij het arrest zou ontslaan. (N.A. 7837, 491). Ik kan niet zeggen, hoelang Guillaume Henry zich met papierzaken bezig hield. In de collaterale successie vindt men, zowel in 1723 als in 1730 de kruitmakerij de Rob onder de bezittingen van de overledene. Blijkens het test. van Guillaume Henry van 31-5-1730 voor not. Tzeeuwen, waarbij hij zijn neven Pierre Henry en Michel Henry, zoons van zijn broer Michel, tot zijn erfgenamen benoemde, had hij met deze neven toen een compagnieschap onder naam van Guillaume