| |
Picart (Bernard) 1673-1733, Waals
Leven
Geb. Parijs 11-6-1673, tezamen met zijn vader lid van de Waalse Gem. met attestatie van Den Haag 3-4-1712, st. 8, begr. Walenkerk 13-5-1733 (3de kl.), zoon van Estienne Picart le Romain, tekenaar, plaatsnijder en boekverkoper te Parijs, en Angelique Tournant, tr. 1. Parijs 23-4-1702 Claudine Prost, st. 1708, ondertr. 2. kerk 9-9-1712 Anna Vincent, geb. Angoulême 1683/84, st. 5, begr. Nieuwe Kerk 9-3-1736 (1ste kl.), dochter van IJsbrand Vincent, papierkoper, en Anna Yver.
22-9-1712 huw. voorw. voor not. Meyer (N.A. 5435, 431).
25-10-1713 test. voor not. de Wilde (N.A. 6458, 129).
3-5-1734 test. voor not. Ardinois (N.A. 9118, 373).
17-4-1736 en 2-6-1736 inv. van de nalatenschap en scheiding van de nalatenschap voor idem, waarbij de 3 dochters ieder f 10844.7. - krijgen (N.A. 9126, 347 en 9127, 532).
| |
Adressen
1710-1711 Hoogstraat Den Haag, mei 1711-1712 in de Nes (zie Prosper Marchand), vestigt zich, vermoedelijk na zijn trouwen, Singel over de Appelmarkt, aldaar 18- en 30-5-1713 (D.T.B. 1131, 79vo), 19-8-1721 vis-à-vis la Vieille Eglise Lutherienne (Gaz.), 15-11-1721 Singel hoek Beulingstraat (D.T.B. 1131, 113vo), 1736 idem. Ik vermoed, dat Singel over de Appelmarkt niet hetzelfde was als Singel hoek Beulingstraat en dat hij dus tussen 1713 en 1721 verhuisde naar een hoekhuis, dat gunstiger voor de winkel was. Uithangteken: de Ster of L'Etoile.
| |
Boekhandel, teken- en graveerwerk etc.
22-7-1710 ‘Bernard Picart le Romain, dessinateur et graveur, arrivé depuis peu de Paris en ces provinces, y a aporté un grand nombre de belles etampes de France, d'Italie etc. Elles se vendent à la Haye, chez Prosper Marchand, libraire dans le Hoogstraat, à l'enseigne de l'Etoile. La catalogue de ces estampes se distribue gratis à Amsterdam chez J.L. de Lorme, libraire sur le Rockin, à la Liberté; à Rotterdam, chez Fritsch et Bohm; et à la Haye, chez ledit Marchand (Gaz.). Zie verder deel III 235.
24-11-1713 behuwdpoorter als plaatsnijder, 27-11-1713 gildelid als kunstverkoper, hij en daarna de weduwe betaalt jaarzang tot haar dood.
10-2-1716 procuratie van hem voor not. de Wilde op Isaac Vaillant te Rotterdam om voor hem van François van Douwe f 240.13. - te innen voor het etsen van een vuurwerkplaat met verder verschot (N.A. 6503, 37). Hoe dit te rijmen is met de Oeuvrecatalogus, waar onder de ontwerpen en tekeningen van Picart, die door een ander zijn gegraveerd, voorkomt ‘le feu d'artifice de Rotterdam pour la paix d'Utrecht sur une esquisse de van Douwe 1713’, kan ik niet zeggen.
Jan. 1721 vindt men in de Journal des sçavans (pag. 53-58) een uitvoerig bericht van intekening op de Cérémonies et coûtumes de tous les peuples du monde, representées par des figures dessinées de la main de Bernard Picart. De bedoeling was, dat er 4 delen, in acht afdelingen, zouden
| |
| |
verschijnen. De prijs was voor intekenaren f 50. - klein en f 65. - groot papier, voor niet intekenaren resp. f 75. - en f 90. -. De uitgaaf zou een omvang hebben van 400 vel en 600 platen en vignetten hebben. De eerste helft zou verschijnen in juni 1722, de andere helft in december 1723. De intekening begon 15-11-1720 en eindigde 15-3-1721, bij J.F. Bernard, bij wie men al vellen en platen kon zien. Ook te Parijs, Londen, Berlijn, Hamburg en Genève kon men intekenen. Bernard was uitgever en redacteur. De gang van zaken zou echter geheel anders zijn. Picart werkte hieraan van 1721 tot zijn dood in 1733. Vlak voor zijn overlijden verscheen het vijfde deel. Bernard kondigde het verschijnen van deel I aan op 13-1-1724, op 4-9-1725 2 volgende delen (A.C., zie ook Bibl. Françoise III 276 en Journal des sçavans mei 1724, pag. 575). Bernard zette het werk na de dood van Picart nog voort tot 1743. Een uitgaaf van de Superstitions anciennes et modernes van 1733-1736 in 2 delen werd hier ook nog aan toegevoegd, zodat het werk tenslotte meestal uit 11 delen bestaat. In een artikel in het maandblad Amstelodamum hoop ik nog nader in te gaan op Picart's aandeel in deze uitgaaf.
13-10-1733 veiling van boeken van de overledene (A.C. 10-10-). Zie voor verdere veilingen F. Lugt, Répertoire.
3-5-1734 bij haar test. benoemde de weduwe naast 3 executeuren ‘tot raadgeevende vrienden ten opzigte van de konst en de negotie van dien door haar man geexerceerd’ Jean de Bary en Isaak Walraven. De schilderijen zullen niet publiek worden verkocht, maar alleen bij occasie uit de hand volgens haar gemaakte taxatie, alleen na advies van de Bary en Walraven. De tekeningen zullen na het meerderjarig worden van de jongste dochter worden verdeeld, tenzij er eerder een koper komt, die voor alles tezamen een goede prijs zal willen betalen. De prenten, door Picart zelf of onder zijn opzicht gemaakt, waarvan de platen niet in haar boedel zullen zijn, mogen niet publiek worden verkocht, maar moeten zoveel mogelijk tot complete werken of zogenaamde Oeuvres de B. Picart worden verzameld en zo compleet of incompleet aan de liefhebbers worden verkocht. Na de meerderjarigheid van de jongste dochter zullen ze worden verdeeld, tenzij een van de dochters zich wil belasten met de verkoop, waarvoor ze vooraf 20% zal krijgen. Alle andere prenten en tekeningen (Franse, Italiaanse en inlandse) zullen in het openbaar in november of maart worden verkocht te Amsterdam in één of meer verkopingen. De koperen platen moeten of in publieke veiling of uit de hand worden verkocht te Parijs (waar het naar de mening van de testatrice het voordeligst zal geschieden), waarvoor zij aanwijst Pierre Giffart, Gaspar du Change, Louis Surugue en Simon Thomassin aldaar. Ze moeten daarheen in 2 of 3 zendingen worden verstuurd en worden verzekerd.
17-4-1736 de inv. van de nalatenschap is vrijwel geheel afgedrukt bij KS (560). Ik geef hier enige aanvullingen van weggelaten gedeelten: De effecten bestonden in 1500 £ capitale actien bank van Engeland, contant geld f 924.10. -, in banco f 2895.15. -, een schuldbekentenis van Jean Debey van 3 april tegen 4%, een obligatie van Jacob van der Schley van 3-5-1734 van f 400. -, af te lossen in vier jaar zonder interest, waarvan reeds f 75. - is afgelost, een obligatie van J.F. Bernard op P. Humbert van 1-10-1730, waarop nog 5 term. of f 297.16.4 moeten worden afgelost, een schuldbekentenis van Louis Lacroix van 6-12-1735 tegen 4% (verzegeld pakje in onderpand), een obligatie van Abraham Soyer (borgen broeders Bousquet) van 23-12-1735 van f 3000. -, f 5300. - in deposito onder Pieter Bonne tegen 3% d.d. 31-12-1735, obligatie van M.C. le Cène van 12-12-1735 tegen 4% van f 5000. -, obligatie van Barthoud Ockers van 15-2-1736 tegen 4% van f 8000. - bankgeld, f 5000. - mee ten huwelijk gegeven op 23-6-1735 aan de dochter Catharina, getrouwd met Jean Marret. Crediteuren zijn André Pfeffel te Augsburg f 14.4.8, Boullenger & Blacquiere f 2. -, Les Heritiers de François Halma voor 2 bijbels met figuren in commissie f 24. - en Manuel d'Andrade te Lissabon f 8.17.-.
| |
| |
(Voor Nova escola para aprender a ler, escrever, & contar van M. de Andrade de Figuerido van 1722 (Gesamtkatalog) maakte Picart de illustraties).
| |
Uitgeverij
Over de grotere uitgaven van Picart, die door hemzelf in boekvorm werden uitgegeven, alle in het Frans, zal ik hier enkele bijzonderheden laten volgen.
3-10-1710 (getekend 24-10-) sloot hij een contract met van der Marck over het vervaardigen van platen voor diens uitgaaf betreffende de bijbel (Deel I 104-105). De uitvoerigste gegevens over het verschijnen van deze prenten vindt men bij Van der Aa onder Jacques Saurin, die op verzoek van van der Marck een Franse tekst ter begeleiding van de platen schreef. De 212 platen waren blijkbaar eerst los uitgekomen, daarna tezamen als Taferelen der voornaamste geschiedenissen van het Oude en Nieuwe Testament bij F. Halma te Amsterdam in 1718 en als Les Figures de la Bible bij B. Picart in 1720. De tekst van J. Saurin, Discours historiques, critiques, theologiques, et moraux, sur les evenemens les plus memorables du Vieux et du Nouveau Testament, verscheen, voorzien van 219 platen in 1720 bij Picart, zoals o.a. ook blijkt uit een adv. van hem van 6-6-1720 (A.C.). Saurin liet naast de bovengenoemde folio uitgaaf een 8o uitgaaf in 2 delen bij Henri Du Sauzet, ook in 1720, verschijnen. In een Préface geeft Saurin een enthousiaste uiteenzetting over de hulp van de la Motte. Beide uitgaven werden later vervolgd, tenslotte door P. Roques, en verschenen van 1728-1739 bij de Haagse boekverkoper P. de Hondt, in folio in 6 delen en 1730-1739 in 8o in 9 delen (III-XI).
1713 verscheen bij hem een herdruk van een werk van Charles le Brun (zie deel II 99).
3-4-1714 ‘B. Picart, vient de mettre au jour la premiere partie de la fameuse galerie de Mr. le Président Lambert, peinte par Ch. le Brun, premier peintre du roi de France, représentant l'apothéose d'Hercule; se vendent à Amsterdam chez le susdit B. Picart, marchand d'estampes sur le Cingel à l'Etoile; et à Paris chez Gaspar du Change rue St. Jacques. La seconde partie suivra bientôt (Gaz.). Dit werk, dat bij zijn dood in 39 platen bestond, was toen nog niet voltooid, daar hij nog in afwachting was van een beschrijving van het huis van Lambert, zoals uit zijn Eloge (p. 10) blijkt. Op 28-5-1715 adv. hij het verschijnen van het tweede deel en het binnenkort verschijnen van het derde deel. (Gaz.).
5-10-1714 adv. hij het verschijnen van de Tapisseries de Son Altesse Royale Monseigneur le Duc d'Orleans, representant l'histoire de Meleagre. Executée sur les tableaux de l'illustre Charles le Brun... gravée par les soins et sous la conduite de B. Picart. Se vendent chez B. Picart a l'Etoile a Amsterdam 1714. In dezelfde adv. vindt men het verschijnen van een portret van koning George van Engeland door Picart aangekondigd en het bericht, dat alles te krijg is bij du Change te Parijs (Gaz.).
18-6-1717 adv. hij ‘a fait 3 estampes répresentant le combat de Pirus sur son Elephant, suivant le dessein de la 6me piece des tapisseries du roi de France, dessinée par le Sr. Charles le Brun, et gravée pour le roi par G. Andrau et Edelink. Ces estampes pourront accompagner les originaux et les copies: on y a mis une description en Latin, François et Anglois. On trouve chez ledit B. Picart toutes les batailles d'Alexandre en plus petit, chacune d'une grande feuille, et toute sorte d'estampes de France, d'Italie; et à Paris...’ (Gaz.).
1724 verscheen bij hem een werk van de diplomaat en archeoloog Philippe de Stosch, waarvoor hij 70 platen had gemaakt, in het Latijn en Frans: Gemmae antiquae caelatae... Pierre antiques gravées, sur lesquelles les graveurs ont mis leurs noms. Dessinées & gravées... par Bernard Picart... Expliquées par Mr. Philippe de Stosch.... Et traduites en François par M. de Limiers, de l'Academie de Bologna. A Amsterdam, Chez Bernard Picart, le Romain, graveur & marchand d'estampes, sur le Cingel a l'Etoile. (zie ook Eloge p. 8).
| |
| |
1729 verscheen bij hem Recueil de lions, dessinez d'après nature par divers maitres & gravez, par Bernard Picart. Divisé en six livres chacun de six feuilles. A Amsterdam, Chez Bernard Picart, le Romain, à l'Etoile. In een brief van 14 december (zonder opgaaf van jaar) bedankt Marchand Picart voor een nieuwe prent van de ‘Noces de Thetis’, geeft een explicatie van deze Noces en spreekt de hoop uit, dat Picart ermee tevreden is. Aan het einde leest men: ‘Vous verrez dans le nouv. vol. du journal, article d'Amsterdam l'emplatre que j'ai mis aux Lions; je souhaite que cela les guerisse, et leur donne des jambes.’ (U.B.L.).
1731 verscheen in het Italiaans en Frans Images des héros et des grands hommes de l'antiquité. Dessinées sur des médailles, des pierres antiques & autres anciens monumens, Par Jean-Ange Canini. Gravées par Picart le Romain &c. A Amsterdam, Chez B. Picart & J.F. Bernard. Dit was een herdruk van een uitgaaf van het jaar 1669, waaraan Etienne Picart had meegewerkt, met toevoeging van een Franse vertaling van J.G. de Chevrières, waarvoor Bernard Picart ditmaal de platen maakte.
1734 verscheen tenslotte bij de weduwe Picart een nagelaten werk van haar man, Impostures innocentes, ou recueil d'estampes, d'après divers peintres illustres, tels que Rafael, le Guide, Carlo Maratti, le Poussin, Rembrandt &c. Gravées à leur imitation, & selon le gout particulier de chacun d'eux, & accompagnées d'un discours sur les préjugés de certains curieux touchant la gravûre. Par Bernard Picart, dessinateur et graveur: avec son eloge historique, et le catalogue de ses ouvrages. A Amsterdam, Chez la Veuve de Bernard Picart, Sur le Cingel, à l'Etoile, 1734. (Zie ook Eloge p. 10). Het exemplaar op de U.B.A. heeft eronder staan: ‘Petit papier’. In een ongedateerde brief aan de weduwe geeft Marchand adviezen voor deze uitgaaf, o.a. niet te zeggen ‘Oeuvres de B. Picart, il faut ôter l's, parce qu'on dit l'oeuvre d'un tel.’ (U.B.L.). Het lijkt mij niet onwaarschijnlijk, dat Marchand ook deel heeft gehad in het samenstellen van de Eloge. Op het Rijksprentenkabinet berusten het eigenhandig geschreven ‘L'oeuvre de Bernard Picart’, waarin veel meer genoemd wordt dan in de bovengenoemde gedrukte Catalogue de ses ouvrages, benevens de geschreven tekst voor deze Catalogue, een ‘Catalogue des pieces qui composent l'oeuvre de Bernard Picart’ en een ‘Liste des pieces qui manquent à l'oeuvre de B. Picart qui est dans la possession de Mr. le comte de Bentink de Rhoon etc.’ Aan deze laatste legateerde Marchand zijn verzameling van prenten van Picart (zie Kossmann).
| |
Bijzonderheden
De vader van Bernard Picart was 8-7-1666 als boekverkoper in het gilde te Parijs opgenomen; hij kwam met zijn zoon naar ons land.
In de collectie Marchand zijn brieven van Foppens te Brussel van 1707 en 1713 bewaard, misschien gericht aan Marchand, met mededelingen over ontwerpen, die Picart voor hem maakt (U.B.L.). Voor Picart's werkzaamheden voor de Hollandse boekverkopers vóór zijn definitieve vestiging in ons land, vergelijke men deel I en II.
In de Eloge vindt men een uitvoerig verslag, hoe hij tijdens zijn eerste verblijf in Holland de Réponse de Mr. Claude à la perpetuité de la foi de l'Eglise Catholique sur l'eucharistie leest, daardoor gegrepen wordt, en teruggekeerd in Parijs, tezamen met een boekverkoper (Marchand) allerlei dergelijke boeken leest. Hij weet tenslotte een paspoort van de envoyé de Suède te krijgen. De lieutenant de police d'Argenson krijgt achterdocht en slechts met veel moeite slaagt hij erin op 8-1-1710 te vertrekken, blijkbaar tegelijk met zijn vader en Marchand. Hij blijft dan in Holland en trekt niet verder naar Zweden. Sabbe vertelt, hoe IJsbrand Vincent, de schoonvader gekant was tegen het huwelijk van zijn dochter met Picart, daar die zijn religie had verlaten, en inlichtingen vroeg aan mevrouw Moretus en Frédéric Leonard over het stille vertrek van Picart uit Parijs.
| |
| |
Het huwelijk vond op 10-10-1712 te Haarlem plaats, zonder toestemming van de vader (Sabbe 208-210).
|
|