[Hs. G] Vergadering van 11 Juni 1903.
Aanwezig: G. de Haer, Heller, De Haan, Van Eeden, W. de Haer, Aaltje B., Aafjes en Hoekstra.
Aanvraag van Hollman om in de Kolonie opgenomen te worden, om het groote huis voor pension in te richten. Daar Hollman Hotelhouder is geweest, lijkt het de persoon voor zoo iets en wordt besloten om hem eens over te laten komen om het een en ander te bespreken. Van Eeden is bezig om het bezwaar van Walden af te lossen, door Hipotheek op de bosgrond aan de weg te nemen en daar de schuld van Walden mee af te doen. Brief van Boer, Rotterdam, om vestiging op Walden, wordt met het oog op Hollman tot nader aangehouden. Aafjes deeld mede dat hij zondag over een week vertrekt.
Hollman:?
het groote huis: men had het plan opgevat het grote huis als apart bedrijf (naast bakkerij, tuinderij en hoenderpark) te laten functioneren, dus als pension met eigen inkomsten. In De Pionier van 20 juni werd een advertentie geplaatst voor een echtpaar of vrouw alleen, die de exploitatie van het grote huis op zich moest nemen, met eigen kasbeheer; via gelden van gasten of inwonende vrijgezellen diende het pension zichzelf te bedruipen. Natuurlijk bleef het geheel onder controle der gemeenschap. In De Pionier van 17 oktober verscheen een uitgebreid verslag over Walden, betreffende de maanden juli, augustus en september. De ontvangsten en uitgaven van het ‘Groote Huis’ bedroegen toen resp. ƒ 343, 46 en ƒ 294,07, hetgeen een winst van ƒ 49,39 betekende.
de bosgrond aan de weg: Dit perceel, eerder aangeduid als ‘de grond aan de overzijde van het groene wegje’ (11.IX.1902), stond geheel op naam van Van Eeden (O.-Walden). Het waren de 4 ha. bosgrond gelegen aan de Nieuwe 's-Gravenlandseweg, die hij in april 1898, met geleend geld van zijn moeder gekocht had van zijn ex-patiënt Dop. De prijs ervan bedroeg ƒ 1000,- per ha.