voorloopig geen tijd hebben. Mogten wij hem later noodig hebben, wij gaarne zijn advies willen inroepen.
Besloten dat een ieder rijder zijn eigen paard, wagen en tuig moet onderhouden en zorgen dat alles er netjes moet uitzien.
De werktijd voor april word vastgesteld van 's morgens half zes tot 8 uur, van half negen tot 12 uur, van 1 tot half vijf en van 5 tot 7 uur. Besloten dat ieder zich aan die tijd moet houden, en die wat voor zich zelf heeft te doen eerst met de anderen die in het bedreif werken erover moet spreken en overleggen.
Van Eeden heeft een voorschot aan de kas gedaan van ƒ 300. Besloten met 3 stemmen tegen, die van Vogel, Mina B. en Koorn - vóór: W. de Haer, De Haan, Keulen, Pape, Aaltje, vrouw De Haer en Hoekstra - dat Van Eeden zoo hij wil geregeld toegang tot de vergadering heeft.
Dieuwertje haar toelage wordt bepaald op ƒ 1,25.
Engels:?
de werktijd voor april: Na het systeem der zelf te bepalen werktijden was men in 1900 overgegaan op een vastgesteld werkrooster, waaraan ieder zich strikt diende te houden. Toen begon de werkdag om 6 uur en het jaar daarop om half zes; zomers kon de werktijd zonodig verlengd worden. In april 1903 werkte men 11 ½ uur per dag; de bakkers deden er vaak nog een schepje bovenop.
Dieuwertje: Haar achternaam is onbekend. Ze werkte in de huishouding. Op 31 januari was een advertentie voor een vrouwelijke hulp in De Pionier geplaatst. Was zij ‘het meisje dat komen wou’, waarover Van Eeden op 16 februari in zijn Dagboek schreef? Opvallend is de kleine toelage die zij ontving!