Walden in droom en daad
(1980)–Frederik van Eeden– Auteursrechtelijk beschermdWalden-dagboek en notulen van Frederik van Eeden e.a. 1898-1903
[pagina 152]
| |
De aspirant kan dan komen op gelijke voorwaarde als de anderen, maar wordt niet als lid beschouwd. De vergaderingen woont hij alleen bij met aller goedvinden. Na afloop van het aspirantschap moet hij uitgenoodigd worden tot het lidmaatschap, anders vertrekt hij. De Boer wenscht hieraan een bepaling toe [te] voegen die het ook een zeer arme, die van dag op dag leeft, mogelijk maakt die proeftijd te ondernemen. Hierover is ieder het eens.* Punt 2. Administratie. De Boer stelt voor dat Tromp de boekhouding voert. Van Eeden stelt voor dat De Boer als administrateur - kooper en besteller enz. - gehandhaafd wordt. Aangenomen. Van Eeden deelt mee dat hij stappen heeft genomen om Walden over te dragen aan G.G.B. De Koe vraagt om er niet iemand gevonden kan worden om te helpen met rijden met de kar. Tromp is bereid over een maand in te springen. De Haan zegt dat hij bereid is te blijven indien het inderdaad aller wensch is. Is iemand er tegen dan verlangt hij dat die zal spreken. Ieder zwijgt daarop. Van Eeden dringt aan dat de oorzaak van den twijfel - de productiviteit van De Haan - grondig worde uitgemaakt, en een betere werkverdeeling gemaakt. En ten tweede dat het tegenwoordige buitenwerk van De Haan ophoudt. Van Eeden wenscht dat de kwestie van het koeien houden nader wordt onderzocht en [ook de] voorziening in de mest. Verzoek om vooruit punten van bespreking op te geven. Verzoek om Stork te laten komen.
* Toevoeging in handschrift F (Van Hettinga Tromp). Hetgeen hierop volgt (Van Eeden stelt voor Schoorl te zeggen dat we hem graag voor onbepaalden tijd ter kennismaking in ons midden willen hebben zonder ons te verbinden. Hoogstens een jaar. Goedgevonden.) doorgehaald. Hier doorheen geschreven: ‘zie volgende vergadering’. Van Hettinga Tromp maakte het laatste gedeelte van het volgende verslag (16-8-1902) en heeft waarschijnlijk op dat moment - nl. toen het aspirantschap, m.n. dat van Schoorl, aan de orde kwam - de correcties in het voorafgaande vergaderverslag aangebracht.
De Boer stelt voor dat Tromp de boekhouding voert: Tromp heeft altijd betreurd zijn eigen studie niet in praktijk te kunnen brengen op Walden, hij was immers ingenieur. Als vanzelfsprekend viel hem de administratie | |
[pagina 153]
| |
ten deel: het beheer van de kas, de boekhouding, het notuleren der vergaderingen en de correspondentie. Hij wilde zich op tuinbouwgebied specialiseren, maar kon vooralsnog niet veel anders doen dan venten. Van Eeden deelt mee dat hij stappen heeft genomen om Walden over te dragen aan G.G.B.: De moeilijkheden bij de oprichting van G.G.B. ontstonden doordat men het niet eens kon worden over het te voeren beleid: centralistisch of decentralistisch, m.a.w. moesten de werkende groepen die toetraden tot de vereniging wel of niet de grond aan haar afstaan? De Clercq was voorstander van de centralisatie, Cohen tegenstander. Van Eeden trachtte voorlopig tussen beide groeperingen een brug te slaan, door het voorstel aanvankelijk groepbezit toe te laten (d.i. een groep eigen grond laten bezitten), maar op den duur de grond voor de vereniging op te eisen. In De vrije arbeid op Walden (1906) verklaarde Van Eeden, dat hij na de oprichting van de Vereniging Walden in 1903, zich er op toegelegd had deze onder te brengen in een groter, belangeloos, lichaam (G.G.B.), omdat hij het gevaar groot achtte dat een kleine groep door verwerving van kostbare eigendommen zou ontaarden. De verhouding bleef echter gespannen. Van Eeden stond sceptisch tegenover het beheer door G.G.B.; ook vond geen winstafdracht plaats. De vereniging verklaarde op haar beurt (in 1906) Walden onaanvaardbaar omdat zij teveel financieel afhankelijk was van één persoon. Walden is nooit lid geworden. Wel is de bakkersgroep korte tijd (1905-06) als officiële werkende groep van G.G.B. erkend. kar: Hier werd de groentekar bedoeld. Er was ook een bakkerskar, waarmee Aafjes ventte. Stork: Er is eerder in het Waldendagboek sprake geweest van een blinde Stork, die in juni 1901 manden op Walden maakte. Bedoelde men hier dezelfde Stork? |
|