3 Juni.
De Van Steenissen besloten weer te vertrekken. De eerste die vertrekken zonder onzen wensch, hoewel velen het niet betreuren. Maar zijn verdiensten als administrateur en de hare als huishoudster zullen wij zeer missen. De Boer en zijn vrouw kwamen zich gister aanmelden en schijnen geschikte personen. De blinde Stork heeft hier manden gemaakt.
3 Juni: Twee maanden lang liet Van Eeden het Walden-dagboek ongemoeid. Uit zijn Dagboek blijkt dat niet alleen de verhouding met Truida Everts, maar ook de vijandschappen die hij zich daarmee op de hals haalde, hem in die tijd in beslag namen. Bovendien maakte hij van ongeveer 16 tot 23 april een reis naar Engeland, waar hij o.a. een coöperatie in Kettering bezocht, waarover hij niet lang daarna een artikel in het Sociaal Weekblad (13 juli) zou schrijven. (zie hoofdstuk De ontwikkeling). Tenslotte dient vermeld dat op 7 mei zijn vader stierf. De Van Steenissen besloten weer te vertrekken: De directe aanleiding tot het vertrek uit Walden was de a.s. geboorte van hun zoon. Van Steenis zelf had juni 1901 een functie als boekhouder-correspondent in Utrecht aangenomen. De reden was echter het onbevredigende leven op Walden. Z.i. gedroegen sommigen zich als luiaards, terwijl anderen (i.c. het rumoerige gezin De Haan) totaal geen rekening hielden met hun medekolonisten. Van Eeden toonde zich bezorgd over zijn vertrek. Op 11 mei noteerde hij in zijn Dagboek: ‘En dat raakt het wezen van de zaak, als ik de goeden niet houden kan.’