Maart 1901.
Mary is als boekhoudster af. De boekhouding wordt waargenomen door Carry, Van Steenis en Van Riet. Volgende week komen Van Genderingen en Van Rijswijk.
Mary: Mary van Hoogstraten is 13 februari voorgoed van Walden vertrokken. Op die schreef Van Eeden in zijn Dagboek: ‘Ik voorzie een droevig leven voor haar, met den vagen, gedegenereerden man’ (bedoeld is Rudolf Mauve).
Van Genderingen: F. van Genderingen (geb. ca. 1878):?
Van Rijswijk: H.J. van Rijswijk. Werkte in de tuin? Van Genderingen en Van Rijswijk waren bevriend. Zij bleven slechts enkele maanden op Walden. Op 6 juni 1903 plaatsten zij een artikel in Het Volk: ‘Walden en Van Eeden’, met felle kritiek op de kolonie die geen kolonie was maar privaat eigendom van Van Eeden, die optrad als een absoluut despoot en overigens geheel buiten de produktie stond. De financiële toestand werd ellendig genoemd.