Jeugd-verzen(1926)–Frederik van Eeden– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] XXXI Drie vredes-sonnetten II Eenige Redding Is dit wat d'eeuw'ge Liefde van ons vroeg? Is dit het Schoon waarvan profeeten spraken, 't Godsrijk op aard waarnaar heel 't menschdom joeg? Zullen wij zóó van d'aard een lusthof maken? Doolden wij dwazen dan nog niet genoeg? Zal dan dit werk des Duivels nimmer staken? Zwoeren wij zóó den kwaden te verzaken? Is 't hiervoor dat de Heer het kruishout droeg? Wie door des Démons waap'nen wordt bestreeden Maak front en heffe 't kruis, maar wreek' zich niet. Hier helpt geen kracht, maar wijding en gebeeden, en 't onvervaard geloof: dat God gebiedt - Wee hen! die Satans helsche leer beleeden, die ons tot moorden en vernielen ried! Vorige Volgende