| |
| |
[pagina LXVIII]
[p. LXVIII] | |
Blz. |
regel |
|
1919 |
|
|
1727 |
4 |
Afscheid. Aan Jacob Israel de Haan. De Amst. 11 jan. 1919. herdr. Aan mijn engelbewaarder 17.
N.B. De Amsterdammer (De Groene) waarnaar hier telkens verwezen wordt, staat voor het grijpen in de kelder van de Universiteitsbibliotheek te Amsterdam, Singel 425; men wende zich tot de portier. |
|
9 |
Het Godshuis in de lichtstad.
Jezus' leer en verborgen leeven. |
|
15 |
Sirius en Siderius III: deel I en II waren in 1912 en 1914 verschenen. |
|
34 |
Don Torribio. Scheen na de val van Wilhelm II weer een kans te maken vanwege de persiflage van het koningschap die het stuk bevat. E. Otten zag waarschijnlijk over het hoofd, dat de eveneens aanwezige persiflage van de volksmennerij het toen juist minder geschikt maakte. |
|
34 |
De heks van Haarlem. |
|
1728 |
8 |
Doktor Klaus, door Ad. L'Arronge (ps. van A. Aaron, 1838-1908). |
|
16 |
het Hatikwahlied van de Zionistische beweging, nu volkslied van Israël: ‘Zo lang een Joods hart klopt, zo lang zal onze hoop niet sterven, terug te keren naar het land onzer vaderen: Zion en Jeruzalem’. |
|
37 |
de architekt Jaap London had de vele tekeningen voor de ‘lichtstad’ ontworpen bij FvE's tekst, o.a. Pl. 85. |
|
1729 |
3 |
Joop: Jacob I. de Haan. |
|
1730 |
17 |
Ipsen 1. Ibsen. |
|
29 |
zie de aant. bij blz. 2006. |
|
35 |
Wilson had 18 januari 1919 bij de opening van de vredesconferentie zijn idealistische staatkundige beginselen in een rede neergelegd. |
|
1733 |
13 |
na het ter perse gaan van deel III verscheen in de reeks Achter het boek (IX, 3), uitgave van het Letterkundig Museum te 's-Gravenhage, een door Harry G.M. Prick ingeleide en toegelichte uitgave van Johannes Andreas dèr Mouw's Brieven aan Frederik van Eeden. Prick neemt stelling tegen het hierboven bij blz. 1674 r. 24 aangehaalde proefschrift van mevr. A.M. Cram-Magré wat de betekenis |
| |
| |
|
van FvE voor Dèr Mouw betreft, en bestrijdt de desbetreffende Herinneringen verteld aan Alfred Kossmann van V.E. van Vriesland. FvE schreef 19 juli en 15 nov. 1919 in De Amst. over Adwaita (Dr. J.A. dèr Mouw) en na het verschijnen van de beide delen van Brahman: 27 aug. en 21 sept. 1921, door Prick nu voor de eerste maal herdrukt.
- Het pseudoniem Adwaita betekent ‘niet-tweeheid’. |
|
16 |
de strofe van Adwaita luidt in werkelijkheid: |
Van mensch'lijk kwaad en goed,
Dat ik, beperkt en klein,
Vonk van uw glorieschijn,
Alleen wensch goed te zijn
1739 |
3 |
er bestond een romanschrijver Winston Churchill, niet te verwarren met de staatsman. |
|
1740 |
4 |
De bokkerijder of Het skelet. |
|
1742 |
33 |
in het gelijknamige gedicht gebruikt FvE de vorm ‘leewerk’.
Van de passielooze lelie 125. |
|
35 |
verg. blz. 1143. |
|
1743 |
25 |
Rembrandten Vondel, De Gids 1919, herdr. Phoenix 97v., de bedoelde zin blz. 155. |
|
1744 |
1 |
verg. blz. 1711 r. 28 en de aant. |
|
1745 |
18 |
er kan ook ‘London’ staan, maar ook dan is het verband onduidelijk |
|
1746 |
12 |
Literatuur en leeven. Cursus D 9bis van het Bureau tot publicatie van wetenschappelijk nieuws te Amsterdam, 1920. |
|
30 |
‘Kort ... hier’ aldus in hs. |
|
1748 |
18 |
Royaards promoveerde 26 maart 1919 tot dr. hon. c. in de Nederlandse letteren aan de R.U. te Utrecht. |
|
1749 |
15 |
verg. blz. 1399 r. 9 en de aant. |
|
30 |
in zijn maandblad Groot-Nederland, herdr. Proza II, 156. |
|
1751 |
26 |
Koningen. |
|
33 |
deel 31 van het dagboek. |
|
1753 |
17 |
de Fragmenten eener briefwisseling 1889-1899. |
|
1755 |
13 |
Kreis, verg. blz. 1373. FvE herdacht Landauer in De Amst. van 17 mei 1919. Zie Pl. 69. |
| |
| |
1756 |
11 |
verg. blz. 1932 r. I, aant. |
|
15 |
Kloos-hulde. De Amst. 17 mei 1919. Zijn betoog dat een christelijke regering dwaas handelde door de dichter van satanistische verzen te decoreren, wekte verontwaardiging, waarvan Boeken, Diepenbrock, Mijnssen, F.E. Posthumus Meyjes en W. Witsen zich, o.a. in het Alg. Handelsblad van 31 mei Ocht.bl. 1, 3 tot tolken maakten. |
|
1757 |
2 |
de naam van de patiënt hier en verderop weggelaten. |
|
19 |
FvE schreefin De Amst. van 8, 15, 22 en 29 maart, 5 en 12 april, 3 en 24 mei 1919 over Het Godshuis in de lichtstad, dat afzonderlijk verscheen (Amsterdam 1921) met vele tekeningen van Jaap London. Zie Pl. 85 en J.A. Dèr Mouw, Brieven aan Frederik van Eeden, uitgegevan, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Harry G.M. Prick (Achter het boek IX, 3) blz. 64. |
|
1759 |
38 |
van Romain Rolland. |
|
1760 |
35 |
bedoeld wordt de ‘bespreking’ van Studies VI in een infantielpesterige stijl, die door Prick, die het knipsel gevonden heeft, terecht ‘krankzinnig’ genoemd wordt. Op het knipsel zijn blad en dag niet aangetekend. |
|
1765 |
32 |
van de tweemaal vier sonnetten die FvE in De Amst. van 21 en 28 juni 1919 plaatste, herdrukte hij de laatste vijf, in veranderde volgorde, met weglating van de hatelijke laatste twee regels en vermeerderd met een verzoenend vers eveneens in drie kwatrijnen, in Jeugdverzen als Zes verminkte sonnetten aan een verlooren vriend (blz. 100 v). |
|
1768 |
33 |
Victor Hugo. |
|
1769 |
30 |
de oproep Déclaration d'Indépendance de l'Esprit, die, hoe rhetorisch ook, niets van zijn actualiteit verloren heeft, riep de ‘travailleurs de l'esprit’ op om één front te maken tegenover het ook na de wapenstilstand hoogtij vierende nationalisme en groepsegoïsme in de ruimste zin. ‘Parmi ces passions d'orgueil et de destruction mutuelle, nous ne faisons pas un choix; nous les rejetons toutes. Nous honorons la seule Vérité, libre, sans frontières, sans limites, sans préjugés de races, ou de castes. Etc.’ - Het manifest van de tegenpartij (Figaro 19 juli 1919) bij J. Benda, La trahison des clercs, Note P. |
|
1771 |
14 |
verg. de aant. bij blz. 1733 r. 13. |
|
32 |
The Word in the service of an understanding of all mankind, orgaan van de Pacific-World-Union, zie blz. 1783 v. |
|
1772 |
22 |
van Upton Sinclair, besproken De Amst. 5 juli 1919. |
|
1773 |
12 |
bedoeld wordt V.W.I. 13: ‘Onwillig blind voor wereldglans’. |
|
1777 |
9 |
bedoeld is waarschijnlijk: ‘Hij geeft het zijn beminde(n) [als] in den slaap’ Ps. 127: 2. |
| |
| |
1783 |
29 |
Eerste Luchtvaart Tentoonstelling Amsterdam. |
|
1784 |
35 |
de redactie van The Word bestond 9 aug. 1919 uit Breithaupt, Beckerhoff en De Winter; in september/oktober wordt de laatste vervangen door mr. H. Giltay. Het nr. van 16 aug. bevatte FvE's gedicht An meine Freunde in Ost und West, verg. de aant. bij blz. 1438. |
|
1790 |
9 |
4 okt. 1919 in De Amst., herdr. Aan mijn engelbewaarder 23 v. |
|
1798 |
11 |
1 nov. 1919 in De Amst. |
|
1800 |
4 |
van L. Finck, beoordeeld De Amst. 24 jan. 1920. |
|
6 |
verg. H.W. van Tricht, Over de Tagore-vertalingen van Frederik van Eeden (Achter het boek jrg. 2, 1963, no. 1, blz. 13 v.). |
|
35 |
van Arthur Schnitzler. |
|
1801 |
1 |
verg. blz. 1257. |
|
2 |
Ismea of de stervende vlinder. Een sprookje voor het tooneel. De Beiaard mei-juni 1922, afz. versch. Amsterdam 1923. |
|
1802 |
24 |
het Stedelijk Museum te Amsterdam werd vroeger naar een van de voornaamste stichteressen het Suassomuseum genoemd. |
|
1804 |
38 |
‘Winfried’ is Ismea. |
|
1805 |
12 |
Uitvaart van Domela Nieuwenhuis, De Amst. 29 nov. 1919, herdr. Aan mijn engelbewaarder 35 v. |
|
13 |
G. Scott, Visscher Markus. Uit het Noors, bewerkt door Martha van Vloten. Utrecht 1919. |
|
35 |
Victor Hugo. |
1806 |
32 |
FvE sprak 4 dec. 1919 te Antwerpen voor de Vlaamsche Humanistische Vereeniging alias ‘Clarté’ o.a. over het Godshuis. |
1809 |
21 |
Volkeren-bond, De Amst. 27 dec. 1919, herdr. Aan mijn engelbewaarder 39. |
|
24 |
‘wu wei’, dat FvE kende uit Borel's artikel van die naam in De Gids van maart 1895, herdr. in Wijsheid en schoonheid uit China, is volgens deze schrijver (blz. 97 n.) onvertaalbaar. Het betekent ‘Niet-Doen’, ‘Van-Zelf-Gaan op den adem van uwe beweging, zooals die uit Tao is geboren’. - FvE verwijst er herhaaldelijk naar, verg. o.a. 1298, 1533. |
1810 |
23/24 |
hs. aldus. |
|
38 |
3 jan. 1920 beoordeelde FvE Querido's Koningen in De Amst. gunstig. |
|
1920 |
|
|
1814 |
17 |
S. vervangt hier een familienaam. |
|
1816 |
26 |
Arthur Ransom, Six Weeks in Russia in 1919. |
|
1818 |
17 |
na de antiklerikale Franse wetten van het begin dezer eeuw, weken |
| |
[pagina LXXII]
[p. LXXII] | |
|
verschillende kloosterorden uit; de Benedictijnen stichtten in 1907 een klooster in Oosterhout, dat in 1910 de status van abdij kreeg onder de naam St. Paulus; de Benedictinessen stichtten er in 1903 het klooster Notre-Dame, nu Onze-Lieve-Vrouwe-abdij. Beide communiteiten vernederlandsten geleidelijk, maar als FvE er komt is dit proces uiteraard nog lang niet voltooid, vandaar hier b.v. ‘complies’ voor ‘completen’; verg. de aant. bij blz. 1838 r. 32; daar ‘matienen’ voor ‘metten’. |
|
1819 |
1 |
het reciteren op een bepaalde toonhoogte. |
|
11 |
‘afrafelen’, hs. aldus. |
|
1820 |
5 |
de vizioenen van Anna Catharina Emmerich (1774-1824) zijn door Clemens Brentano opgetekend en zeer bekend geworden. |
|
1821 |
2 |
pseudoniem: Herman de Man. |
|
1822 |
5 |
het zetsel van The Quest, de Am. vertaling van De kleine Johannes I-III. |
|
27 |
kiem van Het roode lampje. |
|
37 |
The economie Consequences of the Peace. 1919. |
|
1823 |
5 |
Wilson overleed 3 febr. 1924, fysiek en politiek inderdaad een gebroken man. |
|
26 |
in De Amst. van 28 febr. 1920 schreef FvE over Een exemplaar van de Minnebrieven, dat hij uit het bezit van zijn ex-schoonvader Johannes van Vloten, met diens kanttekeningen, in zijn bibliotheek had. |
|
1824 |
16 |
FvE schreef in De Amst. van 1 en 8 mei 1920 over Lizzy Ansingh. |
|
1825 |
3 |
deze Lamartine-achtige regel is niet herkend. |
|
6 |
citaat uit Johannes Viator hoofdstuk XX. |
|
10 |
er kwam alleen op 13 maart een zakelijke mededeling in De Amst., dat FvE verzocht, geen notitie te nemen van zijn zestigste verjaardag. |
|
36 |
Annie Bosch. Pl. 84. |
|
1826 |
22 |
Ethische woordkunst: Dirk Coster. Marginalia. De Amst. 6 maart 1920. |
|
1828 |
26 |
de Jacobuskerk in de Parkstraat. |
|
34 |
direkteur van de Schoolbioscoop. |
|
1829 |
2 |
in de bundel Van de passielooze lelie. |
|
9 |
Het roode lampje. Signifische gepeinzen. |
|
1831 |
34 |
van Upton Sinclair. |
|
1832 |
11 |
zie blz. 1202. |
|
1833 |
38 |
slotwoorden van de priesterlijke zegen ‘Benedictio Dei omnipotentis, Patris, et Filii, et Spiritus Sancti, descendat super vos, et maneat semper’, d.i. ‘De zegen van de almachtige, God, van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, dale op u neder en blijve bestendig.’ |
| |
[pagina LXXIII]
[p. LXXIII] | |
1834 |
13 |
Henrik Scholte bracht, volgens zijn scherpe herinnering, een langdurig bezoek aan FvE, door wiens denkbeelden hij sterk gegrepen was. Hij liet hem een referaat Desiderium lezen, dat hij voor de door hem opgerichte Gymnasiasten Letterkundige Vereniging (G.L.V.) op het gemeentelijke gymnasium te Amsterdam gehouden had. Daarin betoogde hij dat alle creativiteit voortkomt uit het verlangen en niet uit vervulling. Toen hij afscheid nam bleek FvE zijn fiets met bloemen versierd te hebben - een van die dingen die niet in het dagboek staan. |
|
1835 |
37 |
in De Amst. van 10 april 1920 bedankt FvE voor enige gelukwensen en jubileumsartikelen die bij zijn zestigste verjaardag in het blad gestaan hadden, tegen zijn aan redactie en lezers te kennen gegeven bedoeling, het feit te negeren. |
|
1838 |
6 |
St. Bernardus (1091-1153), de beroemde mysticus en abt van Clairvaux. |
|
15 |
l. |
Taskin. |
|
24 |
Van ongebondenheid en heilige Banden, waarin Dom Willibrord Verkade, schilder en Benedictijn in de abdij van Beuron, zijn bekeringsgeschiedenis geeft. |
|
32 |
de horae canonicae die de kerkelijke getijden, d.w.z. de liturgische gebeden van het brevier, bepalen, zijn de metten (nacht), lauden (dageraad), priem (begin v.h. werk), terts (9 u.), sext (midd.), noon (nam.), vespers (zonsonderg.) en completen (avond). |
|
35 |
Het roode lampje. |
|
1839 |
2 |
wanneer de priester knielt, tilt de misdienaar diens opperkleed enigszins op, zodat het de grond niet raakt. |
|
13 |
een oblaat is een bij een geestelijke gemeenschap aangesloten leek, die zich verbindt tot bepaalde geestelijke oefeningen, zonder echter de strikte kloostergeloften af te leggen. |
|
25 |
de kerklijst is de voorlezing van de godsdienstoefeningen, huwelijken e.d. in de komende week. |
|
1840 |
15 |
falbala: strook, volant, franje. |
|
21 |
hier is bedoeld de Mis van requiem in zwarte misgewaden voor een overledene. |
|
1841 |
7 |
nl. van het altaar. Verg. Pl. 92. |
|
1844 |
13 |
in De Amst. van 8 mei 1920: Een Indische St. Franciscus: Soendar Singh. |
|
18 |
in Rijswijk woonden Betsy en Carry van Hoogstraten. |
|
1846 |
20 |
sedert 1264 op de tweede donderdag (thans tweede zondag) na Pinksteren gevierde feestdag ter herdenking van de instelling van het H. Sacrament des Altaars. |
|
30 |
in vele Nederlandse gezinnen werden na de eerste wereldoorlog |
| |
[pagina LXXIV]
[p. LXXIV] | |
|
ondervoede Oostenrijkse kinderen tot herstel voor enige maanden opgenomen. |
|
38 |
vulgo ‘de Papegaai’ naar een oude gevelsteen, uit de tijd toen het nog een schuilkerk was, Kalverstraat 58. |
|
1847 |
4 |
Hans de Haan-van Maarseveen. |
|
5 |
J.I. de Haan. |
|
32 |
Jaap London. |
|
1848 |
13 |
een mantra is een gezongen heilig woord of formule; doel van de herhaling is, door autosuggestie de betreffende goddelijke eigenschap in de zanger te ontwikkelen; deze mantra-yogi is, in tegenstelling tot de draaier van de mechanische gebedsmolen, zelf aktief bezig. |
|
1851 |
33 |
deze traditie zal wel tot 1889 teruggaan. |
|
1854 |
19 |
Le Latin mystique door Remy de Gourmont (1858-1915) was in 1892 verschenen met een woord vooraf van J.-K. Huysmans (1848-1907). |
|
1856 |
23 |
verg. blz. 623 r. 10 en de aant. |
|
1860 |
31 |
staatsgevangenis der Franse revolutie vóór de september-moorden in 1792 en tijdens het schrikbewind 1793-1794. |
|
1864 |
6 |
Franciscanes, stond in reuk van heiligheid en was de geheime raadgeefster van Philips IV van Spanje, maar had toch konflikten met de inquisitie. |
|
1865 |
34 |
stellig § 98 van Het roode lampje. |
|
1866 |
17 |
verg. blz. 1901 r. 14 en de aant. |
|
1868 |
4 |
met I en II, later vervangen door T1 en T2, bedoelt FvE in Het roode lampje en in de laatste zangen van Schijn en Wezen: de drang naar macht en bestendigheid tegenover die naar heiligheid, dus naar God (T: tendens). Verg. blz. 1871 r. 15. |
|
1869 |
34 |
FvE had in De Amst. van 24 jan. 1920 ongunstig geoordeeld over Valborg Isaachsen's In het heiligdom. |
|
38 |
dat van mevr. van Eeghen-Boissevain. |
|
1871 |
18 |
deze Shelley-achtige regel is niet teruggevonden. |
|
1872 |
1 |
Marjon, verg. blz. 132 en 133. |
|
13 |
het zetsel. |
|
1873 |
1 |
Rabindranath Tagore in De Amst. van 2 okt., Tagore's gedachten oover opvoeding in die van 9 okt. 1920. |
|
1875 |
37 |
kiem van Beati pacifici (= Kindren Gods). |
| |
| |
1877 |
34 |
wijn en water in de Miskelk symboliseren de goddelijke en de menselijke natuur van Christus; men kan hier moeilijk de indruk ontgaan dat v.G. FvE voorlopig maar liet praten. |
|
1878 |
27 |
Carry's scheiding van Nico van Suchtelen. |
|
33 |
Oog en oor was de titel van een stuk van FvE in De Beweging (1905), herdr. Studies V 103. |
|
1882 |
16 |
100% werd door MvV onder FvE's toezicht vertaald. |
|
1883 |
38 |
Hollandsche Poëzie: J.G. van der Haar, Uit mijn dagboek. Fr. Pauwels, Fantomen. De Amst. 4 dec. 1920. |
|
1884 |
20 |
verg. Spreuken 8: 22-31. |
|
1885 |
5 |
dit heeft betrekking op de verdeling van mevr. van Eeden-van Warmelo's nalatenschap tussen FvE en de kinderen van zijn broer Johan. |
|
26 |
niet goed leesbaar. FvE bedoelt blijkbaar een afkorting van Canticorum Canticum, het Hooglied van Salomo. |
|
1886 |
10 |
de H. Mis op quatertemperwoensdag in de Advent - zie de aant. bij blz. 1947 r. 15 waarin o.a. uit het evangelie van Lucas de boodschap van de engel Gabriël aan Maria wordt gelezen: het gulden licht van Christus' naderende geboorte. |
|
1889 |
17 |
een der kiemen van Deutsch-Chinesische Liebes-Mosaik. |
|
1921 |
|
|
1890 |
38 |
Uit Jezus' oopenbaar leeven. Amsterdam 1922. |
|
1893 |
34 |
De Amst. van 22 jan. 1921 bevatte FvE's stuk Muziek en dramatiek over de opvoering van Electra door Het Nederlandsch Tooneel met muziek van Alphons Diepenbrock, 29 jan. liet hij nog Electra volgen. |
|
1895 |
13 |
12 mrt. 1921 begon te verschijnen De Nieuwe Kroniek, tweewekelijks blad onder red. van L.E.J. Brouwer, F. Coenen, F.H. Fischer, J.F. Staal en Matth. Vermeulen. Het bestond tweejaar. |
|
1896 |
5 |
rani is de vr. vorm van radja, Indisch vorst. |
|
21 |
l. Turina. |
|
1897 |
8 |
Kerk en communisme. Amsterdam 1921. |
|
25 |
Relativitäts Prinzip. |
|
34 |
Rechtloos Vlaanderen. De Amst. 12 febr. 1921. |
|
1899 |
5 |
van Schiller. |
|
1900 |
22 |
P. Kropotkin in Mem. De Amst. 19 febr. 1921. |
|
1901 |
14 |
Marie-Thérèse of la petite Thérèse de l'Enfant Jésus: de Carmelietes Theresia van Lisieux (1873-1897), in 1925 heilig verklaard, ook wel genoemd ‘de kleine Theresia’ ter onderscheiding van de beroemde |
| |
[pagina LXXVI]
[p. LXXVI] | |
|
Spaanse mystica, haar ordezuster ‘de grote Theresia’ van Avila (1515-1582). |
|
1903 |
22 |
de autobiografie van Theresia van Lisieux, bovengenoemd. |
|
1904 |
19 |
‘De vrees voor de dood is erger dan de dood, ge kunt de dood niet ontgaan maar ge kunt hem geringschatten’. Prof. D. Kuiper Fzn deelt mij mede, dat dit de twaalfde lambus gnomicus van S. is; de eerste regel eindigt na het eerste ‘potes’, de tweede na ‘contemnere’. |
|
1905 |
4 |
Travaille van Xavier Privas. |
|
1908 |
1 |
te Naarden. |
|
1910 |
18 |
zie de aant. bij blz. 1901 r. 14. |
|
22 |
De Broeders werd bij de 2de druk (1912) verdoopt in De Broederveete, maar de schr. kon zelf aan die nieuwe naam niet wennen. |
|
1911 |
3 |
dit betreft de geldelijke baten van Het godshuis in de lichtstad. |
|
38 |
‘lompe’ niet stellig gelezen, er kan ook ‘plompe’ staan. |
|
1914 |
19 |
‘wenschen’ 1. waarschijnlijk ‘weeten’. |
|
1916 |
18 |
slotwoorden van de H. Mis: ‘Gaat, de Mis is geëindigd’. |
|
1921 |
38 |
de in 1880 opgerichte Amsterdamse schildersvereniging St. Lukas houdt, soms meer dan eenmaal per jaar, in het Stedelijk Museum een tentoonstelling van werk van haar leden. |
|
1923 |
36 |
de Grondpartij, opgericht 23 nov. 1918, stelde landnationalisatie op de voorgrond; de partij vond weinig weerklank maar leefde tot de oorlog voort als Liberaal-Socialistische Beweging. |
|
1925 |
32 |
De Amst. 18 juni 1921: Démonische en eudémonische kunst. |
|
1926 |
7 |
Uit Jezus' oopenbaar leeven.
verg. de aant. bij blz. 1882 r. 16. |
|
1927 |
27 |
Margaretha Maria Alacoque (1647-1690), Fr. heilige (1920) die drie autobiografieën en een groot aantal brieven naliet. |
|
1928 |
23 |
als Kamerlid. |
|
29 |
Voorbij de wegen, door FvE besproken in De Amst. van 2 juli 1921. |
|
1929 |
22 |
De Amst. 2 juli 1921: Nieuwe Nederlandsche poëzie: het Joodsche Lied II. |
|
30 |
verg. A. Perdeck, Upton Sinclair en F. van Eeden, een pijnlijke briefwisseling. Mededelingen F.v. Eedengenootschap XV, 10. |
|
1932 |
1 |
overstroming: Waterland januari 1916; pest: daarvoor werd de Spaanse griep in 1918 soms aangezien. |
|
18 |
dit werd Frederik van Eeden. Psychologie van den Tachtiger. Groningen-Den Haag 1927. |
| |
[pagina LXXVII]
[p. LXXVII] | |
|
35 |
‘Ons’ omdat het materiaal tijdens de reeks seances verkregen was. |
1933 |
36 |
te Noordwijk-aan-Zee. |
|
1934 |
16 |
‘zoodat ... bleef’ is bepaling bij ‘behoorlijk’. |
|
1935 |
13 |
verg. blz. 1254 r. 37, de aant. bij 1219 r. 36 en Pl. 60. |
|
1937 |
33 |
verg. de aant. bij blz. 1733 r. 13. |
|
1940 |
17 |
verg. de aant. bij blz. 1869 r. 34. |
|
1943 |
24 |
de ‘Toevlucht voor onbehuisden’ in de Derde Helmersstraat te Amsterdam werd naar zijn direkteur ‘Jonker’ genoemd. |
|
30 |
in Over woordkunst I. Studies IV 298. |
|
1945 |
29 |
zie De Amst. van 24 sept. 1921. |
|
1947 |
15 |
de Quatertemperdagen zijn de drie vastendagen, viermaal per jaar (maart, juni, september, december), genoemd naar de quattuor tempora, die vier jaargetijden, waarover door inkeer en versterving Gods zegen wordt afgesmeekt. Verg. blz. 1886 r. 10. |
|
29 |
rij (adellijke) herenhuizen aan de rand van het oude dorp, door een strook bos daarvan gescheiden. |
|
1949 |
1 |
van H.G. Wells. |
|
1950 |
28 |
toneelstuk van Herman Middendorp, besproken in De Amst. van 15 okt. 1921. |
|
1952 |
9 |
in zijn op 5 juni 1913 te Gent uitgesproken lezing Nieuwe Nederlandsche dichtkunst (herdr. St. VI 79) onderscheidt FvE vijf harmonieën die de schoonheidswaarde van een gedicht bepalen: Geluid - Geluid en Beeld - Geluid, Beeld en Stemming - Geluid, Beeld, Stemming en Begrip - Geluid, Beeld, Stemming, Begrip en Ethische wijsheid. Hij doelt met ‘4 en 5’ op de twee laatste. |
|
1954 |
6 |
Amsterdams hulde aan een dronken Chinees (Das Lied von der Erde. Concertgebouw 31.10.1921), boutade in De Amst. van 5 nov. 1921. FvE verwierp, met terzijdestelling van de kwaliteit der muziek, de combinatie van Duitse romantiek en oudchinese poëzie. De muziek waardeerde hij blijkens blz. 1951 overigens ook niet. Zijn stuk wekte natuurlijk ergernis. |
|
1956 |
4 |
Aan mijn engelbewaarder. |
|
7 |
De karos van den bisschop, door Verkade's Haghespelers, regie A.W. Stellwagen. |
|
13 |
citaat uit Ellen, blz. 114. |
|
32 |
uitwerking van eerder voor Ella Geldmacher geschreven gedichtjes tot Deutsch-Chinesische Liebes-Mosaik. Amsterdam 1923. |
|
1963 |
30 |
Fabiola of de kerk der catacomben, veelgelezen hagiografische roman door N. Wiseman, kardinaal-abs. van Westminster (1865). 1ste Eng. dr. 1850, 1ste Ned. 1856, 6de 1911. |
| |
[pagina LXXVIII]
[p. LXXVIII] | |
1964 |
14 |
Lepetit Jean. Parijs 1921. |
|
1965 |
3 |
zie de aant. bij blz. 1921 r. 38. |
|
1967 |
4 |
Handelingen VII. |
|
1922 |
|
|
1969 |
16 |
zie over Lafcadio Hearn blz. 1245 e.v.; van Loti kan FvE bedoelen Mad. Chrysanthème, en Les désenchantées. |
|
35 |
l. Van Essen. |
|
1970 |
10 |
het stukje ging over de geruchten omtrent FvE's overgang tot het katholicisme. De Amst. 14 jan. 1922. |
|
1974 |
13 |
l. Stärcke. |
|
1975 |
6 |
van Hazelton en Benrimo, vertaald door A.W. Stellwagen. |
|
1976 |
6 |
het St. Willibrorduscollege te Katwijk aan de Rijn was geen seminarie maar een gymnasium met internaat. |
|
10 |
verg. blz. 2027 r. 37. |
|
13 |
lees: huwelijksinzegening. |
|
1977 |
7 |
The expression of the emotion in man and animal (1872). |
|
8 |
Is een communistische samenleving mogelijk? De Amst. 11 febr. 1922. |
|
20 |
Charivarius: ps. van G.J. Nolst Trénité. |
|
30 |
Kindren Gods is hetzelfde als Beatipacifici. |
|
1980 |
15 |
verg. Inleiding blz. 21 r. 17. |
|
1981 |
9 |
daar de jaargang 1922 - evenals 1923 - van het in 1917 opgerichte weekblad De Nieuwe Eeuw (hoofdredacteuren toen Mr. G.C.J.D. Kropman en Max van Poll, letterkundig redacteur Jhr. Pieter van der Meer de Walcheren) slechts in één openbare bibliotheek, die van de Minderbroeders Capucijnen te Oosterhout, kompleet te vinden is, volgt Van Eeden's, niet herdrukte, verklaring hier in extenso:
‘den Heer Pieter van der
Meer de Walcheren
Redacteur Nieuwe Eeuw.
Waarde geloofsgenoot en vriend! laat mij u nogmaals bedanken voor uw assistentie bij de heerlijke plechtigheid van heeden morgen. En laat mij in uw blad een korte verklaring publiceeren omtrent mijn vroeger werk. Men vraagt er naar hoewel onze belijdenis eenvoudig en duidelijk is. Wat de Kerk in geloofszaken afkeurt, keur ik af, wat ze aanvaardt, aanvaard ik. Wie als ik erkent dat de Wijsheid der R.K. Kerk uit hooger bron komt en meer is dan menschelijke wijsheid, zal zich met vreugde en vertrouwen aan haar onderschikken. Wat ik vroeger als waarheid uitsprak, mooge oprecht gemeend zijn, mijn menschelijke waarheid van toen is niet de Goddelijke |
| |
[pagina LXXIX]
[p. LXXIX] | |
|
Waarheid waarin ik, eevenals gij, nu weet te leeven. Paulus zegt: “toen ik een kind was, dacht ik als kind. Man geworden heb ik het kinderlijke afgelegd”. Wie dus tegenstrijdigheeden vindt in mijn werk, weete dat alleen het nieuwe geldig is, en dat ik diep betreur, soms in kinderlijke waan te hebben miskend of beleedigd de goede Moeder die ons vereenigt en gelukkig maakt.
Met broederlijken groet,
Uw
Frederik Paul van Eeden’.
Oosterhout, 18 Febr. 1922. |
|
|
13 |
een witte band om de bovenarm, door dopelingen gedragen als herinnering aan het witte doopkleed. |
|
1982 |
14 |
eerste strofen van Bij de uitvaart van Pater J.V. de Groot O.P., De Amst. 4 maart 1922, herdr. Aan mijn engelbewaarder 51 v. Zie Pl. 91. |
|
1985 |
2 |
dit was de bijnaam van rebbe Dow Beer, een wonderdoende vrome Jood in de Chassidische traditie, bekend geworden door Martin Buber. FvE schr. over hem in De Amst. 8, 15 en 29 april 1922 Joodsche Heiligen. |
|
1987 |
12 |
de bundel verscheen onder de titel Langs den weg bij J.J. Romen & Zonen te Roermond. |
|
25 |
Aan mijn engelbewaarder en andere gedichten. Amsterdam 1922. |
|
1988 |
24 |
de romanschrijver en journalist Johan de Meester. |
|
1989 |
10 |
‘waar?’ kan gewestelijk zijn. |
|
25 |
kasteel van de familie De Groodt. |
|
1990 |
35 |
rondgang in stilte en zonder uiterlijk vertoon daar waar in Nederland openbare processies verboden waren; men volgt de weg waarlangs vóór de Hervorming de stedelijke processies werden gehouden; zo sinds 1881 te Amsterdam in de nacht van zaterdag op zondag na het Mirakelfeest der Heilige Stede. Dit feest herdacht een wonder, volgens middeleeuwse schrijvers geschied in 1345 waar de kapel der H. Stede, later Nieuwezijdskapel genoemd, gebouwd was. |
|
1991 |
30 |
in De Amst. van 11 maart 1922 had FvE onder de titel Een moordenaar vermoord over de Franse vrouwenmoordenaar Landru geschreven, die ter dood veroordeeld was. Hij protesteerde tegen de ongezonde prikkels die van het proces uitgingen, bepleitte verbetering in plaats van vergelding als basis van het strafrecht en prees Nederland omdat het geen doodstraf, geen juryrechtspraak en geen grootscheepse schandaalprocessen kent. |
|
1992 |
8 |
zie de aant. bij blz. 1976 r. 6. |
|
20 |
Helen Keller, die, ofschoon doofstom en blind, doctor in de filosofie en schrijfster van The story ofmy life geworden was. |
| |
| |
1993 |
15 |
verg. blz. 1801 r. 2. |
|
1994 |
31 |
Uit Jezus' oopenbaar leeven. |
|
1995 |
7 |
Frans van Cauwelaert was medewerker, lees: redacteur, aan Het Vlaamsche Land (1919-1926). Dit weekblad gaf 6 mei 1922 een ‘Frederik van Eedennummer’ uit, met als hoofdartikel de bijdrage waarvan hier sprake is: Wat ik in de R.K. Kerk heb gevonden, getekend Walden 17 april 1922, en met artikelen van Poelhekke, Feber, Verhoeven, Eeckhout, J. de Voghten J.E. In het nr. van 13 mei meldt de redactie: ‘Ons F.v. Eedennummer heeft een buitengewonen bijval gehad’. |
|
8 |
II piccolo Johannes. Racconto. Vert. door P.G. Mariatti. Milaan 1921. |
|
27 |
FvE citeert de ‘noot bij de correctie’ op blz. 27 van J.L. Walch's Ons hedendaagsch Tooneel (Leiden 1922). |
|
30 |
Nationalistisch (Vlaams) weekblad, verscheen te Antwerpen onder red. van Herman Vos. |
|
1996 |
1 |
zie blz. 1985 r. 2. en de aant. |
|
38 |
l. redemptoristinnen. |
|
1997 |
11 |
They call me carpenter. Pasadena 1922. |
|
14 |
De kleine Johannes II en III. |
|
1998 |
3 |
Sirius en Siderius III. Het F. van Eeden-museum bezit een handschrift van de oorspronkelijke, nog niet katholieke versie. |
|
2000 |
9 |
zie het register onder Fam. van Warmelo. |
|
2001 |
4 |
Geloof en poëzie I en II. De Amst. 6 en 13 mei 1922. |
|
5 |
Doelmatigheid I en II. De Amst. 20 en 27 mei 1922. |
|
10 |
R.K. jeugdbeweging in Duitsland. Centrum: Burg Rothenfels a.d. Main. Leider in 1922 Dr. Bernhard Strehler. |
|
20 |
verg. blz. 2027 r. 37. |
|
2006 |
28 |
J.D. Reiman Jr. is onbetwistbaar de oprichter van de Internationale School voor Wijsbegeerte te Amersfoort geweest. Hij was theosoof en idealist, maar ondanks zijn dictatoriale geaardheid heeft hij zijn persoonlijke levensvisie altijd ondergeschikt gemaakt aan het ideaal, een ontmoetingscentrum te stichten voor goedwillenden en wijs denkenden, waar West- en Centraal-Europa èn Azië en Europa elkaar zouden ontmoeten. De verwantschap met de Forte-Kreis heeft hem blijkbaar een poging tot samenwerking met de Nederlandse leden daarvan en de toen met hen samengaande M.H.J. Schoenmaekers doen ondernemen. Volgens Kalff a.w. blz. 373 n. 3 riep Reiman op 26 juli 1915 Van Eeden, Borelen Schoenmaekers op om tot een ‘Hoogeschool van Universeele Wijsheid’ te komen. Dit moet dan een spoedoproep naar andermans huis geweest zijn, want de volgende dag vermeldt FvE (blz. 1451) de bijeenkomst van deze |
| |
[pagina LXXXI]
[p. LXXXI] | |
mensen op Walden. Reiman ontwerpt dan een prospectus en brengt een komitee van 23 personen bijeen; FvE schrijft 9 augustus aan Borel dat hij deeerste niet kwaad vindt maar de namen van de ondertekenaars te weinig indrukwekkend: ‘Daar moeten andere Pieten hun namen onder zetten. Niet zulke officieele gesjochte jongens’. Onder de - eveneens September 1915 gedateerde - Engelse versie van de oproep staan 33 namen, waaronder inderdaad bekendere; er is een ‘Executive committee’ waarvan Brouwer voorzitter en Reiman secretaris is, leden zijn H.J.P. Bloemers, Dr. van den Bergh van Eysinga-Elias, J.A. Blok en Frederik van Eeden. |
In oktober loopt het mis: Brouwer, de intellectuele reus, is te naïef om te presideren - er moet iets praktisch tot stand gebracht worden: een zomercursus in houten gebouwtjes en desnoods tenten - en 10 januari 1916 dwingt de vergadering Brouwer, af te treden ten behoeve van Reiman. 24 Januari gaat FvE Reiman ‘maar wat fors te lijf’ ofschoon hij Brouwer's ‘naïveteit’ inziet; 10 februari heeft ook het studentenkomitee onder leiding van L. Baas Becking met Reiman gebroken. De laatste, wèl praktisch - theemakelaar van beroep - brengt de school tot stand en wordt de eerste president-curator. De oprichting had plaats 13 februari 1916 ‘om 11.50 vm.’ Reiman's autoritair optreden maakte hem na enkelejaren als leider onmogelijk maar zijn idealen werden, althans voorlopig, werkelijkheid: de lijst van sprekers en cursusleiders is indrukwekkend. |
Aan deze oprichting hadden Van Eeden c.s. geen deel en de toenemende kans op een democratische vrede doet bij hen in het volgende jaar het veel vagere idealisme van de Forte-Kreis herleven. Schoenmaekers is in de zomer van 1915 tegen- en afgevallen, nader bericht ontbreekt. 21 september 1917 komt de stichtingsvergadering voor de Vereeniging tot instandhouding van het Internationaal Instituut voor Wijsbegeerte, met Mannoury als voorzitter, bijeen, en 31 december d.a.v. wordt de stichtingsakte verleden voor notaris H. Wertheim te Amsterdam. Het Instituut is gevestigd te Amsterdam; leden zijn Mannoury, Brouwer, H.J.P. Bloemers, Borel, Van Eeden, J.I. de Haan en L.S. Ornstein. De Mededelingen van het Instituut beginnen in maart 1918 te verschijnen; 3 augustus 1918 worden tot leden benoemd: Mauthner, Ehrlich, Landauer, Carus, Tagore en Péano, terwijl Rolland, Spitteler en Wells op de nominatie staan. Er is dan bepaald wel geestelijke rivaliteit tussen de Amersfoortse school en dit Instituut; verwarrend was dat er ook in Amersfoort, naast de stichting, een vereniging opgericht was met de naam ‘Vereeniging tot Instandhouding’. |
Een realistische doelstelling krijgt het Amsterdamse Instituut dan doordat de beoefening van de wetenschappelijke significa op de voorgrond komt. Van Eeden kende de beginselen hiervan door Lady Welby, maar de bijzonder scherpe denkers die hij bijeengebracht |
| |
[pagina LXXXII]
[p. LXXXII] | |
|
heeft voeren het signifisch principe op gespecialiseerde wijze tot een niveau op, waar FvE en waarschijnlijk de overigen hen niet kunnen volgen. Dit waren de wiskundigen Brouwer en Mannoury, van wie de laatste van de eerste zei, dat Nederland na Christiaan Huygens zo iemand niet gehad had, Jacob Israël de Haan die de rechtskundige significa aan de Gem. universiteit te Amsterdam doceerde; de ‘overigen’ waren Borel en de taalkundigen Faddegon, Verschuur en Jac. van Ginneken. Toch blijft het een gezamenlijke aktiviteit, het dagboek vermeldt de bijeenkomsten, en de opleving die de zeer aktieve Jac. van Ginneken (blz. 1802) brengt, na het betreurde vertrek van De Haan naar Jeruzalem op 21 januari 1919. 21 mei 1922 wordt, naar het schijnt als een vervanging van het Instituut voor Wijsbegeerte, de ‘Signifische Kring’ op Walden opgericht (blz. 2006) en in 1924 en 1925 de Signifische Dialogen voorbereid die in het tijdschrift Synthese verschijnen. Ook werkt men aan een signifische encyclopedie. De ziel van dit alles is Mannoury.
(Deze schets is naar verhouding te lang maar toch onvolledig. Het F.v.E. Eeden-museum bezit een tamelijk grote, maar niet goed geordende verzameling stukken over dit alles, die een afzonderlijke studie behoeven en verdienen. Zij moeten dan in de eerste plaats vergeleken worden met het eerste gedeelte van het herdenkingsartikel Onze vijftig jaar, door mr. dr. J. den Tex geschreven in het extranummer van de Amersfoortse Stemmen, febr. 1966, maar er is waarschijnlijk nog veel door Mannoury nagelaten materiaal te achterhalen. - Over de Kring: Hans van Eeden over L.E.J. Brouwer in Mededelingen F.v. Eeden-genootschap XXII; G. Mannoury in idem XV en XVII over Frederik van Eeden als significus; over de ontwikkeling door Mannoury: E.W. Beth in de Alg. W.P. in voce Significa; FvE over Significa in De Amst. van 16, 23 maart en 6 april 1918, over de Academie voor praktische wijsbegeerte aldaar 28 sept. 1918) |
|
31 |
in de vierde jaargang van Le monde nouveau (Parijs 1922) verscheen op blz. 106 een art. van Henri Asselin over FvE en op blz. 113 een kort stukje van FvE over Whitman. |
|
2007 |
28 |
citaat uit Elegie, De Amst. van 4 okt. 1919, als Uit diepsten nacht. Elegie herdr. Aan mijn engelbewaarder 23. |
|
35 |
de nummering is niet duidelijk. In De Amst. verschenen op 3, 10 en 17 juni 1922 FvE's laatste bijdragen onder deze titel. Een vierde is blijkbaar niet meer opgenomen na het konflikt waarover de aant. bij blz. 2015 r. 32 gaat. |
|
2008 |
34 |
verg. blz. 2027 r. 37. |
|
2010 |
29 |
Pär Lagerkvist(Zweed, Nobelprijs letterk. 1951), Den svåra Stunden, drie eenacters, waarvan de Nederlandse vertaling door N. Rutgers van der Loeff in De Amst. 16 sept en 18 nov. 1922 zou verschijnen. Waarom FvE de titel in het Fr. citeert, blijkt niet. |
| |
[pagina LXXXIII]
[p. LXXXIII] | |
2011 |
8 |
G.J. Nolst Trénité. |
|
2013 |
19 |
Rathenau, sedert kort minister van buitenlandse zaken van Duitsland, was door ultra-rechtse officieren vermoord. |
|
2015 |
32 |
na zijn overgang tot de R.K. Kerk was een breuk tussen FvE en de Groene Amsterdammer nog slechts een kwestie van tijd. Aanleiding tot zijn ontslag als redacteur was zijn weigering om uit een artikel over de Indische mysticus Sadhoe Soendar Singh twee passages te schrappen, waarvan de voornaamste was: ‘Is Soendar Singh dan katholiek? Zijn reede op 14 Juni te Amsterdam oover het gebed was vol katholieke gedachten. Hij zegt eevenwel, tot geen bepaalde godsdienst te behooren, de Bijbel en Jezus geeven hem leiding, zoo zegt hij. - Maar het zou mij slecht passen, daarom teegenoover hem hooghartig geringschattend te pralen met het Licht, dat mij genadig geschonken is, en te zeggen: “Heer, ik dank u, dat ik wijzer en vroomer ben dan deeze”. - Soendar Singh is nu drie en dertig. Waar was ik op zijn leeftijd? Wat wist ik, dertig jaar geleeden, van het heerlijke Katholieke geloof? Wat is mijn klacht van heeden anders dan bittere spijt, dat ik op twee-en-dertigjarigen leeftijd niet wijzer en vroomer was?’ - Het stuk verscheen daarna onverkort als hoofdartikel in het dagblad De Tijd van 22 juni 1922. |
|
2016 |
8 |
FvE zou spreken voor de Cours de Vacances de la Ligue Internationale des Femmes pour La Paix permanente. Dit werd Conseils aux Jeunes, Cahiers internationaux 1923, p. 100. Zie verder o.a. r. 28 en 35, blz. 2019 r. 17, 2027 r. 37. |
|
2019 |
3 |
FvE bedoelt De Nieuwe Eeuw, die op lichtgroen papier gedrukt werd. |
|
25 |
te Rijswijk. |
|
2020 |
16 |
l. de Jonge. |
|
24 |
nl. de verjaardag. |
|
2021 |
16 |
‘is ... geslaagd’, aldus in hs. |
|
27 |
Uit Jezus' oopenbaar leeven. |
|
29 |
verg. blz. 2019 r. 24. |
|
32 |
verg. de aant. bij blz. 1868 r. 4. |
|
2023 |
28 |
Sirius en Siderius en Trots verbrijzeld. |
|
33 |
bij de familie Geldmacher. |
|
2025 |
9 |
uit de correspondentie blijkt, dat Ella Geldmacher de voor haar gemaakte Duitse versjes tegenstribbelend teruggaf voor een uitgave. In 1962 gaf de tachtigjarige mij tijdens een bezoek te Homburg met een grimmig lachje deze twee regels, die No. XXX Selbander hadden moeten besluiten: |
| |
[pagina LXXXIV]
[p. LXXXIV] | |
2025 |
23 |
zie het Register in voce Fam. Everts. |
|
2034 |
37 |
de derde orde is een vereniging van leken die streven naar de christelijke volmaaktheid volgens een aan het leven in de wereld aangepaste leefregel, onder leiding van en naar de geest van een kloosterorde, zonder door de kloostergeloften te zijn gebonden zoals de ordepriesters en -broeders (eerste orde) en de ordezusters (tweede orde); het meest verbreid is de derde orde van St. Franciscus. Verg. blz. 1918 r. 4. |
|
37 |
‘Enfants de Marie’ noemt men op Franse kostscholen de leden van de Mariacongregatie, een godsdienstige vereniging tot beoefening en verspreiding der Mariadevotie, daterend uit de tijd der Contrareformatie. |
|
2035 |
20 |
de eerste vrijdag van iedere maand was een dag van eucharistische devotie, verg. de aant. bij blz. 2045. |
|
2037 |
29 |
stellig geciteerd naar duet no. 48 uit Handel's Messiah. |
|
2038 |
13 |
21 september schreef FvE in De Nieuwe Eeuw Grondbezit in Amerika, en daarin over de in North-Carolina opgedane ervaringen: ‘eenigen vallen in handen van gladde schelmen die hen weeten te exploiteeren’ - dit kan blijkens blz. 2140 r. 34 niet op MacRae slaan, maar zie het Register in voce Hoggson - ‘Dan kunnen ze de hypotheekrente op de slechte grond niet betalen en die wordt - verbeterd - verkocht en zij worden stadsproletariaat’. Verg. de aant. bij blz. 988 r. 11. |
|
2045 |
30 |
Eucharistie betekent eigenlijk dankzegging, dankgebed bij het Avondmaal of de H. Mis zelf, en het H. Sacrament des Altaars (de geconsacreerde hostie). Een Eucharistisch congres wordt gehouden ter viering en overdenking van de Eucharistie, soms internationaal, zoals in juli 1924 te Amsterdam. |
|
2046 |
19 |
l. van Poll. |
|
22 |
hs. aldus. |
|
28 |
het Centrum was een R.K. volksdagblad (Utrecht 1884-1942); van 1886 af verkondigde Schaepman er zijn chr.-democratische beginselen; later het blad van Aalberse. |
|
2048 |
4 |
Allerheiligen, Allerzielen: de Kerk, gezien als de gemeenschap der heiligen (d.w.z. gelovigen), omvat de strijdende Kerk op aarde, de lijdende Kerk in het purgatorium of vagevuur, en de zegevierende Kerk in de hemelse zaligheid; op Allerheiligen (1 november) vereert de strijdende Kerk al haar zalige leden, op Allerzielen (2 november) bidt zij voor al haar gestorven maar nog lijdende gelovigen. |
|
2050 |
20 |
de toen meest bekende impresario. |
|
2052 |
37 |
zie de aant. bij blz. 1846 r. 38. |
| |
[pagina LXXXV]
[p. LXXXV] | |
2053 |
37 |
zie het Register in voce Tagore. |
|
2054 |
36 |
zie blz. 2056 r. 38 e.v. en de aant. bij blz. 2125 r. 24. |
|
2057 |
3 |
van c. 1610 tot 1770 bloeiden er in Paraguay Indiaanse communistische dorpsgemeenschappen onder leiding van de Jezuïeten. |
|
17 |
D.-Chin. Liebes-Mosaik XLV. |
|
1923 |
|
|
2059 |
7 |
Aan mijn engelbewaarder en andere gedichten. Amsterdam 1922. |
|
2064 |
7 |
De Nieuwe Eeuw van 15 febr. 1923 bevatte een signifische beschouwing van FvE, waarin hij met waardering verwijst naar een opstel van Mannoury over dit onderwerp in de Communistische Gids van sept. 1922 (jrg. I no. 9): De macht van het geld. M. onderscheidt tussen bestedingsgeld en beleggingsgeld: het eerste eervol en nuttig, het tweede een gevaarlijk misbruik. |
|
2065 |
19 |
Mr. R.B. Ledeboer (1863-1926). FvE wijdde hem een In memoriam in De Tijd 4 dec. 1926. |
|
2066 |
8 |
hoofdstuk XXV. |
|
2067 |
10 |
J.B. Vianney, pastoor van Ars, werd zalig verklaard in 1905, heilig in 1925. Het is niet uit te maken, welke biografie FvE las. |
|
2068 |
25 |
Dr. P.W. von Keppler, Wanderfahrten und Wallfahrten im Orient. |
|
2072 |
34 |
deze Van Eeden-achtige regels zijn niet herkend; het kan een vertaling van een Latijnse hymne zijn. |
|
2073 |
22 |
in een bespreking van L.J.M. Feber's Frederik van Eeden's ontwikkelingsgang uitte Borel zich uiterst kritisch over ‘het fabeltje (ook door F.v.E. zelf in zijn Duitsche uitgave Die Glückliche Menschheit verspreid) als zou Walden van Eeden zooveel ontgoocheling en opoffering gekost hebben’. Doordat het op zijn naam stond had FvE door de waardevermeerdering van de grond inderdaad een waardevol, zij het ook belast, bezit verworven. |
|
2074 |
1 |
het rijksjaargeld van f 1000 werd na onderzoek van FvE's geldelijke omstandigheden ingetrokken. |
|
27 |
uit Mendelssohn's oratorium Elias. |
|
2079 |
24 |
zie de aant. bij blz. 1990 r. 35. |
|
2080 |
3 |
de rede Mijn oovergang tot de Kerk, gedrukt Langs den weg 153 v. was uiteraard vrijwel gelijk aan Vierkant Roomsch, 30 december 1921 te Maastricht uitgesproken. |
|
2081 |
5 |
Frank Luns. |
|
2083 |
1 |
Jeugdverzen 110. |
| |
[pagina LXXXVI]
[p. LXXXVI] | |
|
37 |
hier is blijkbaar Borel's kritiek op Deutsch-Chinesische Liebes-Mosaik bedoeld. |
|
2084 |
28 |
in de Nieuwe Eeuw van 3 mei 1923 bestrijdt FvE verontwaardigd een artikel van pater I.M. Keuler Ong. Carmeliet over de Egyptische cultuur: in oud-Egypte zouden ‘godsdienst en bouwkunst op het laagste trapje’ gestaan hebben. FvE beroept zich o.a. op het op blz. 2068 genoemde werk van Mgr. von Keppler, bisschop van Rottenburg, en betoogt welsprekend, dat geen volk vóór Christus meer doordrongen geweest is van het bestaan van een hogere wereld dan het Egyptische. |
|
2087 |
4 |
cit. uit D.-Chin. Liebes-Mosaik (blz. 57). |
|
2088 |
24 |
cit. uit Koele Mei-dag. Dante en Beatrice 41. |
|
29 |
graft: omkoperij van ambtenaren en employés. |
|
31 |
het eerste nummer van ‘De Tempel. Tijdschrift gewijd aan vrij religieuse stroomingen (enz.)’ werd geopend met enkele regels uit Schijn en Wezen, waarboven ‘Ter inleiding’ en met FvE's naam er onder. De Nieuwe Eeuw van 3 mei drukte de polemiek nogeens af. |
|
2089 |
21 |
dit plan is niet uitgevoerd. |
|
2092 |
2 |
z.g. in de 12de eeuw door een Egmonder monnik geschreven, in werkelijkheid een 17de-eeuwse mystificatie. |
|
26 |
‘medianimiek’: deze vorm die later plaats maakte voor ‘mediamiek’ werd toen gebruikt; niet in v. Dale. |
|
2093 |
14 |
verg. blz. 1263 r. 18 e.v. passim. |
|
2094 |
1 |
‘lichtjaren’ aldus in hs., maar lichtjaren zijn afstanden. |
|
2096 |
18 |
van F. von Schönthan. |
|
2097 |
30 |
De Nieuwe Eeuw van 24 mei bevatte een inderdaad nietszeggende recensie van Ismea, en eenjuichende bespreking van de D.-Chin. Liebes-Mosaik door L.J.M. Feber, in het volgende nummer voortgezet, totaal 10 kolommen. |
|
2098 |
7 |
geïllustreerde weekbladen. |
|
14 |
dit jubileelied betrof het 25-jarige regeringsjubileum van koningin Wilhelmina; het Vondeliaanse werd bekroond. |
|
2099 |
11 |
l. waarschijnlijk Révész. |
|
22 |
Top Naeff oordeelde in De Amst. van 2 juni 1923 zeer streng, maar daarom nog niet onrechtvaardig, over Ismea. |
|
31 |
‘tot’ l. waarschijnlijk ‘toch’. |
|
2100 |
4 |
verg. over hem Mededelingen F.v. Eeden-genootschap XXII, 2 v., over de overdrijving ‘alcoholist’ 15. |
|
2101 |
37 |
Heyenbrock's schilderwerk, Nieuwe Eeuw 7 juni 1923. FvE betoogt, |
| |
[pagina LXXXVII]
[p. LXXXVII] | |
|
dat hij een onafgebroken lijn ziet lopen van de Egyptische Faraoëngestalten over Fra Angelio en Rembrandt tot Heyenbrock. Hij ziet in zijn werk de majesteit van Gods schepping en deemisvolle liefde tot de nog blinde mens, die zijn woonplaats op aarde moet vóórbereiden om tot eeuwige zaligheid te naderen. Samenvattend zegt hij dat Heyenbrock's werk op geen ander werk zoveel lijkt als op dat van Dante. |
|
2102 |
13 |
Couperus werd 10 juni 1923 op zijn zestigste verjaardag in Den Haag gehuldigd. Vrienden en bewonderaars boden hem een huisje in De Steeg aan. Op 4 juni was hij benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandsche Leeuw. |
|
2106 |
2 |
Democriet was een club te Haarlem, waar uitsluitend op rijm geconverseerd mocht worden. Van de Mij van Nijverheid (later Nijverheid en Handel) was Van Eeden Sr algemeen secretaris. |
|
24 |
Truida en Carry. |
|
2107 |
28 |
toespeling op ‘mes affaires vont bien’, een gezegde van Napoleon dat FvE vroeger soms aanhaalde. |
|
2108 |
18 |
toen Royaards van plan bleek, ter gelegenheid van het regeringsjubileum een vertaald stuk, Mijlpalen van Bennett en Knoblauch, te spelen, pleitte FvE in een open brief (De Tijd 7 juli 1923) voor zijn zestien toneelstukken die ‘in een kast liggen te slapen’. Royaards had bovendien beloofd De Heks van Haarlem opnieuw te spelen en nu somt de schr. negen redenen op waarom De Heks het aangewezen jubileumstuk was. Over de Haarlemse opvoering in 1918 (verg. de aant. bij blz. 1711) zegt hij: ‘Toen hadden wij een weinig gekrakeeld, zeeker ook wel door onhandigheid van mijn kant, waardoor ik te laat achter het tooneel kwam, en den schijn kreeg van hooghartigheid, geheel teegen mijn bedoeling’. Doordat hij van veel zijden kritiek op zijn plan kreeg, liet Royaards Mijlpalen vallen; 7 september werden in tegenwoordigheid van de Koningin in de Stadsschouwburg vijf taferelen uit Gijsbreght van Aemstel opgevoerd. |
|
2110 |
1 |
café te Bussum. |
|
2113 |
36 |
verg. de aant. bij blz. 1809 r. 24. |
|
2117 |
18 |
H. Padberg S.J. Zijn Frederik van Eeden verscheen in 1925. Verg. blz. 2133 r. 35-37. |
|
2118 |
30 |
Akori is de naam van een Japanner in Sirius en Siderius. |
|
33 |
verg. blz. 2125 r. 24 en de aant. |
|
2119 |
27 |
Carry van Hoogstraten was toen in Vierhouten. |
|
34 |
volgens een legendarische overlevering pastoor te Noordwijk in de 9de eeuw, door de Noormannen vermoord; feestdag 17 augustus. |
| |
[pagina LXXXVIII]
[p. LXXXVIII] | |
2120 |
31 |
ze: de mensheid (blz. 2119 r. 37). |
|
2123 |
27 |
Vier-houten, de lijntjes stellen houtjes voor. |
|
2125 |
10 |
Berkenheide was BvH's huisje in Blaricum. |
|
24 |
er werd 23 sept. 1923 een stichting opgericht die zich ten doel stelde de woon- en werkgelegenheid op het platteland, in het bijzonder op de Veluwe (‘woeste gronden’ die ontgonnen moesten worden) te bevorderen, door grond in eigendom, huur of erfpacht te verwerven en weer uit te geven, die gronden te verbeteren en bedrijven te stichten die een tijdelijk verblijf op het platteland mogelijk zouden maken. Voor FvE lag de nadruk zowel op het godsdienstige karakter van de onderneming als op het bevorderen van de trek van stad naar land, en in de eerste plaats op het stichten, als vanouds, van moreel en economisch zuivere gemeenschappen. Uit zijn correspondentie met de toekomstige direkteur, de pas tot het Katholicisme bekeerde oud-predikant A.E. Boers, blijkt dat voor hèm het zwaartepunt elders lag, nl. ‘dat door (Roomsche) landbouwersgezinnen er Katholiciteit wordt gebracht in de Veluwe’, alsook door het aantrekken van Roomse industriëlen.
Dit ‘Veluweplan’ werd ook ‘Broodbond’ genoemd, in welke naam het brood van de H. Eucharistie in een mystiek verband werd gezien met het te verbouwen broodgraan, maar het godsdienstig karakter van de stichting blijkt niet uit de statuten. Het bestuur bebestond uit FvE (voorz.), St. Arntz (Nijmegen), Fr. Th. Everard (Amsterdam), pastoor B.H. Huser (Nijkerk), J.J.N. Nyst (Nijmegen) en Em. Verviers, over wie men zie blz. 2135 r. 25 en de aant. Er werd door Arntz een hoeve bij Nijkerk gekocht, maar onenigheid overheerste weldra en van offervaardigheid blijkt uit de stukken niets. Er kwam dan ook niets tot stand; in een late brief van 4 januari 1926 verklaart Boers dat niemand hem helpt en hij het plan niet alleen kan verwerkelijken. |
|
2126 |
8 |
1. Paléologue. |
|
24 |
in verband met het 25-jarig regeringsjubileum. |
|
2129 |
35 |
deze opmerking slaat op een hoofdartikel in De Tijd van 15 sept. 1923 (no. 23267) getiteld De Kerkvervolging in Rusland. |
|
2131 |
9 |
André Germain was een niet al te kritisch, schatrijk verzamelaar van celebriteiten. Hij beschrijft zijn ontmoeting met FvE in Chez nos voisins (Parijs 1927). |
|
2132 |
23 |
Panaït Istrati. |
|
2133 |
9 |
l. van Bruggen (geb. de Haan). |
|
35 |
verg. blz. 2117 r. 20. |
|
2134 |
7 |
verg. Van depassielooze lelie 125. |
| |
[pagina LXXXIX]
[p. LXXXIX] | |
2135 |
12 |
Mijn handen, Beiaard nov. 1923. herdr. Jeugdverzen 115. |
|
25 |
Dr. Em. Verviers, secr.-penningm. van het Veluweplan, trad weldra af, zie de aant. bij blz. 2145 r. 8. |
|
2138 |
31 |
FvE schreef op verzoek van zijn oude relatie dr. C. Easton, vele jaren hoofdredacteur van Het Nieuws van den Dag, behalve over het buiten Bantam tegenover Walden, een artikel Wat ontbreekt er aan ons tooneel? Easton had niet geschreven dat het voor een door S.F. van Oss en hem op te richten nieuw blad was, het Haagsch Maandblad. FvE voelde zich toen op dezelfde wijze misleid als door de red. van De Tempel gebeurd was, verg. de aant. bij blz. 2088 r. 31, en protesteerde in een ingezonden stuk in De Tijd van 29 dec. 1923. |
|
2140 |
35 |
Oud-Bussem was een modelboerderij onder directie van Floris Vos. |
|
2141 |
4 |
l. Vinke. |
|
15 |
citaat uit Ellen, Tweede zang VI. |
|
2142 |
8 |
Lioba werd 24 nov. 1923 opgevoerd door de toneelvereniging van de Koninklijke Militaire Academie te Breda. |
|
2145 |
2 |
niet gedrukt jeugd werk. |
|
8 |
dit slaat ongetwijfeld op de Open brief, waarin Verviers de Koningin aangeraden had, een koninklijk kabinet te benoemen onder de forse leiding van Mr. A.R. Zimmerman, oudburgemeester van Rotterdam. Hierop volgde een konflikt van V. met het episcopaat onder aanvoering van de bisschop van Den Bosch, mgr. Diepen. |
|
21 |
l. Wiegman. |
|
34 |
citaat uit God en mensch. Drievoudzangen. Van de passielooze lelie 64. |
|
2151 |
4 |
de passage is onduidelijk. De schr. moet bedoelen, dat het Berliner Tageblatt hem als heimelijk pro-duits voorstelde, stellig niet dat hij het ook was. Verg. o.a. de aant. bij blz. 1550. |
|
30 |
James Stephens, Lafaim (histoire dublinoise), uit het Engels vertaald door L. Bazalgette, in de afl. van 15 dec. 1923 van het pas opgerichte maandblad Europe. |
|
-
voetnoot1
- Deel I (1878-1900) bevat blz. 1-500, I-XXIV en Pl. 1-34;
deel II (1901-1910) bevat blz. 501-1146, XXV-XLIV en Pl. 35-58;
deel III (1911-1918) bevat blz. 1147-1726, XLV-LXIV en Pl. 59-74;
deel IV (1919-1923) bevat blz. 1727-2151, LXV e.v., Pl. 75-96 en het register.
|