Grassprietjes (onder ps. Cornelis Paradijs)(1984)–Frederik van Eeden– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] XVI Moederweelde Weet gij, wat ik het treffendst En lief'lijkst schouwspel vind, Het edelst, hartverheffendst?- Een moeder met haar kind! En of men me eerezuilen, En lustwaranden bood- Ik zou ze niet verruilen, Voor 't kleintje op moeders schoot. Hoe teeder en hoe roerend Lescht zij des wichtjens dorst, Met pap of melk het voerend, Of met de moederborst. Zie, hoe zij 't schaapjen innig Aan 't moederharte knelt, En 't zorgvol en zachtzinnig Omkleedt met doek en speld. Wie ziet dan hierin weder Des Makers grootheid niet? Wie knielt niet biddend neder, Als hij zijn maaksel ziet? Vorige Volgende