Dat heerlijke kerstfeest!(ca. 1910-1920)–Pauli Ebner– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 1] [p. 1] [Dat heerlijke Kerstfeest] Weldra zal 't weer Kerstmis zijn, Dat geeft wat drukte aan groot en klein! De kind'ren, die mêe wandelen gaan, Blijven voor elken winkel staan. Hier is mooi speelgoed uitgestald, Dat hun al wondergoed bevalt: Harlekijn in zijn leuke dracht, En dan die poppen - wat 'n pracht! [pagina 2] [p. 2] Wat luist'ren de kleinen aandachtig toe, Zij missen geen woord van die lieve Moe; Zij spreekt hun van Kerstmis, dat heerlijk feest En zeker, wie zoet is, die krijgt het meest. Zelfs Puckie, het hondje, zit doodstil daar: Hij begrijpt er wat van, geloof mij maar. [pagina 3] [p. 3] 't Is winter en de sneeuw bedekt den grond: De vogeltjes gaan alle zoekend rond Om voedsel en de lieve kind'ren hier Vinden in 't voeder geven hun pleizier. De raaf en 't haasje worden ook bedacht: Ziet, hoe de oude man tevreden lacht. [pagina 4] [p. 4] Wat een verrassing hier, ziet toch eens aan, Hoe Moeder, broer en zus geheel verwonderd staan. De kleine Paul alleen blijft heel bedaard En grijpt direct verlangend naar het paard. Veel wordt den zoeten kinderen gebracht: Ziet, hoe de kerstboom schittert, 't is een pracht! [pagina 5] [p. 5] Al weer een mooie boom. Hoerah! Roept broertje op schouder van Papa. Klein Elsje wil van Moe iets weten Van hen, die in 't huisje zijn gezeten Toos heeft slechts oogen voor haar pop En Jantje tuigt zijn paarden op. [pagina 6] [p. 6] Hier is de pret in vollen gang. De jongens zijn voor kou niet bang. Ze hebben 't ballen gooien gestaakt En een lange glijbaan nu gemaakt. Marie rijdt met de nieuwe slee En neemt haar kleine broertje mee. Ons baasje laat zich deftig rijden: Hij is te klein nog, om te glijden. [pagina 7] [p. 7] Hoe feestlijk is het hier en wat een smulpartij! Zij drinken chocola en eten taart erbij. De chocola, gekookt op Annie's nieuw fornuis, Smaakt allen opperbest; of heb ik het abuis? De grootste poppen zitten alleen al netjes stil En Jetje voert de kleine, die maar niet drinken wil. [pagina 8] [p. 8] Hier liggen de lieve zusjes te bed, Zeker nog droomend van al de pret. Toos kon niet scheiden van haar beer, Jet houdt van hare pop toch meer. Moe zette de wieg dicht bij haar neer, Dan vinden zij die 's morgens weer; Voorts zien wij naast het ledikant Het paardje met den olifant. Vorige