Ten geleide.
Mag ik U, zonder in het minst gewichtig te willen zijn, een bekentenis doen? Ik heb het boek, dat hierna volgt, niet gelezen. Ik weet slechts, dat het over de Ronde van Frankrijk handelt en ik weet sinds anderhalf jaar, dat Martin Duyzings het zou schrijven.
Het was een dag in Juli, tijdens de Tour de France, in 1949. Wij zaten naast elkaar in het Postkantoor te Caen, wachtend op onze respectievelijke telefoonverbindingen. Ik kende hem zoals wij, rondreizende sportjournalisten, die elkaar gisteren op de Wereldkampioenschappen te Milaan, vandaag op de Olympische Spelen te Londen en morgen op de Europese athletiek-kampioenschappen te Brussel regelmatig ontmoeten en elkaar allemaal kennen. Ik had oprechte professionele waardering voor z'n schrijverstalent en vakmanschap.
Er was vertraging op de lijn en Martin Duyzings begon met mij te praten. Hij stelde mij eerst 'n paar vragen, maar geleidelijk werd het een soort alleenspraak. Ik luisterde geboeid. Want het was een even meeslepend als leerzaam verhaal. Het was het verhaal van Martin Duyzings' exploratie-tocht naar het ware wezen der Ronde van Frankrijk. Naar de mens in de Ronde. Naar de menselijke hoedanigheden en gebreken van de gevierde kampioen, de geprezen technische leider, doch ook van de obscure tweede-rangs-renner, de onbekende verzorger en de nimmer in de bladen vermelde mecaniker. Alleen de werkelijk grote sportjournalisten, Desgrange, Goddet, Karel van Wijnendaele, Colombo, Ambrosini, Roghi, Joris v.d. Bergh, Jan de Vries, Albert van Laethen, hebben een dergelijk inzicht in de Tour de France. De rest tekent defecten en uitslagen op en geeft U op een uur na de juiste geboortedatum van een onverwacht rit-winnaar.
Martin Duyzings behoort tot de out-standing klasse. Ik heb zijn boek over de Ronde niet gelezen, doch ik weet, dat hij, ge-obsedeerd voor het onderwerp, verplicht was het te schrijven, zoals een schilder moet schilderen en een beeldhouwer moet beeldhouwen en het naar best vermogen schreef.
Ik ben daarom ook vast overtuigd, dat het een zeer goed, een zeer lezenswaardig boek is.
WILLEM VAN WIJNENDAELE.