Misstellingen.
Bladz. |
39, v. 1, lees: |
|
Houtkliever, en groot doctor, toen, gebeten |
|
Op hem, zijn wijf hem geest gaf: ‘Het was daer, enz. |
Bladz. |
67, v. 3, v.o. Verzadig, lees: verzalig. |
Bladz. |
76, v. 9, Zie hoe plechtig, lees: zie hoe grootsch. |
Bladz. |
85, v. 13, Gij zijt de plaeg, lees: gij zijt de zwarte plaeg. |
Bladz. |
94, v. 9, Die hij duchten, lees: die hij ducht. |
Bladz. |
108, v. 3, v.o. Nijls rouw oever, lees: 's Nijls rouwoever. |
Vorenstaende aenduiding van Misstellingen was door den Dichter zelven in gereedheid gebragt. Geringe drukfeilen, die mogten ingeslopen zyn, zullen zich by de lezing laten verbeteren. Wy vermeenen echter te moeten doen opmerken dat van Duyse, volgens eene aenteekening in potlood, in het eerste vers des voorzangs (Aen Sophia, bladz. 1), het woord tiert door bloeit zou hebben vervangen, en dat, by de herhaling des titels (bladz. 5), het lidwoord de als overtollig moet worden beschouwd.
R.