Gedichtjes voor kinderen(1849)–Prudens van Duyse– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Aen de kinderen, de lievelingen hunner ouders en meesters, de hoop des vaderlands. Als ik eens Van Alphen leerde Aen myn zoontje tot zyn vreugd, Die een meester in hem eerde Van de Nederlandsche jeugd, Schreef ik gaerne deze dichtjes Voor dit goede en waerde kind, En voor al de brave wichtjes, Om hun leerzaemheid bemind. Gy, die Hollands eedlen Dichter Reeds geheel van buiten kent, En dien waren volksverlichter In uw harte hebt geprent; [pagina 2] [p. 2] Komt, Van Alphen's lievelingen; Neemt myn boekje soms ter hand. Kinderliefde deed me ook zingen, Liefde voor het vaderland. Vorige Volgende