Tekst en melodie.
De Coussemaker, Chants pop. des Flamands de France, 1856, nr. 106, bl. 329, aangeteekend te Duinkerke, daar gezongen als variante van het ‘Patertje’ en als Rozenhoedlied (zie d.C., Inleiding, bl. XIII). - Aangeh. door Dr. Kalff, Het lied in de M.E., bl. 515; zie hiervoren, bl. 1419. -Erk u. Böhme,