Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 248]
| |
[Trijn Jans die had een hen heel ongemeen in 't leggen]Trijn Jans die had een hen heel ongemeen in 't leggen,
En lei haar eieren verborgen in de heggen,
Of ergens ver van huis, of hier of daar in 't riet,
Staag vond ze 't lege nest, maar ei'ren vond ze niet.
Wat baat 't, dat een man is geestig in zijn werken,Ga naar voetnoot1)
Die zesmaal 's weeks te kroeg en eenmaal gaat ter kerke?
Wat baat 't, dat een man is treffelijk geleerd,
Indien hij Bacchus of de geile Venus eert?
Wat baat 't dat een man wel kan en wil niet willen?
En gaat zijn groot gewin op enemaal verspillen,
Wat baat hem wijsheid, die zijn tijd besteedt in 't mal,
't Waar voor deez' weters best te weten niet met al.
jan van der veen (?-1639) |
|