Het goud der gouden eeuw

[O Heer, die daar des hemels tente spreidt]

O Heer, die daar des hemels tente spreidt,
En wat op aarde is hebt alleen bereid,
Het schuimig, woedig meer kunt maken stille,
En alles doet naar Uwe lieve wille,
Wij slaan het oog tot U omhoog,
Die ons in angst en nood
Verlossen kont⁵⁾ tot aller stond,
Ja zelfs ook van de dood.

5) kunt

[p. 142]

 

Als¹⁾ gij, o vrome, dikwijls hebt gesmaakt²⁾,

 

Vermaakt³⁾ u nu vrij dat 't uw harte raakt;

 

Looft God de Heer met zingen en met spelen,

 

En roept vrijuit, tezaam, met luide kelen:

 

Had ons de Heer - Hem zij de eer -

 

Alzo niet bijgestaan,

 

Wij waren lang - ons was zo bang -

 

Al in de druk vergaan.

adriaan valerius (± 1575-1625)

1) zoals

2) tot uw vreugde gedaan

3) bekeert