Het goud der gouden eeuw

Op het twaalfjarig bestand der Verenigde Nederlanden

De hemel, krijgens zat¹⁾, erbarmt zich onzer kwalen:
Castilië wordt beweegd de vrede ons aan te biên;
De Staten lenen 't oor; dies wij verwonderd zien
Het vredemakend volk²⁾ genaken onze palen.³⁾
Na onderling gesprek, opschorsing en lang dralen
Vergunt men haar 't Bestand voor jaren twee en tien,
Op hope of mettertijd een vrede-zon misschien
De Nederlanden mocht geduriglijk bestralen.
Nassau ontwapent zich om ruste te verwerven,
Steekt op⁴⁾ zijn dreigend staal, geschaard⁵⁾ van 't veel doorkerven
En 't Bondig Land⁶⁾ geniet de vruchten van zijn zweet.
Van vreugde golven vuurs ten hemel opwaarts varen;
Men offert lof en dank de Here der heerscharen
Die nu in loutre vreugd doet eindigen ons leed.

joost van den vondel (1587-1679)

1) de oorlog moe

2) de vredesonderhandelaars

3) grenzen

4) steekt weg

5) gekarteld

6) de Verenigde Provinciën