Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermdOp een afzeggenLieve lichte Leonoor,
Ik en hield u daar niet voor,
Als ik lieve lichte zei:
'k Meende uw oogjes allebei;
NietGa naar voetnoot7) dat in hetgeen ik sprak
Al te dubble waarheid stak.
Op de ene avondstond
Zeide mij uw schone mond:
Liefste, lievren heb ik geen.
's Andren avonds zegt gij neen.
Zinnetjes te wispelziek,
Ziet of uw gepluimde wiek
Andre reên van wenden vindt
Als het wenden van de wind.
Dikwijls wind nog stadig waait.
Maar dat gij gedurig draait,
| |
[pagina 21]
| |
- Of gij neen waarachtig zweert -Ga naar voetnoot1):
Ge hebt het van een tol geleerd.
Al die volgen hare draf,
Delven zelven zich een graf.
Ach, wat boort gij, als de tol,
Tot uw eigen val een hol?
pieter cornelisz. hooft (1581-1647) |
|