Helikon. Bestaande in zangen, kusjes en mengel-rijm(1645)–Pieter Dubbels– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] O Leidstar van de mans Toon: Zo lang is 't Muisje vrij. I. O Leid-star van de mans, Van wiens vergode glans, Diaan luister leent! geen Venus in't gewelf, En komt bij u te pas. Gij zijt de schoonheit zelf. II. Zijg, roosjes, van uw' tros, Hier bloeit een schoonder blos, VVaar bij nog inkarnaat, nog gloeiend' karmozijn, Nog lieflijk appel-blos mag vergeleken zijn, III. VVijk, leli, op u struik, Hier pronkt een eelder puik; VViens tanden als ivoor, wiens handen als albast, VViens poez'le swanen-hals 't gevalle sneeuv verrast. [pagina 86] [p. 86] IV. Ach, uitgepikte roos! Die ik uit allen koos, Gunt mij uw' zoet genot; want, zo 'k uw' roos je, derf Ik levend' lijfloos ben, en eintlijk troost-loos sterf. Vorige Volgende