800), waren soms tot onherkenbare steenklompen geworden, dik onder het mos, bijna allen zittend, maar als apen, met de knieën onder de kin getrokken en de armen daaromheen; ook de gezichten meer aapachtig dan menselijk. Het opmerkelijkste in de hoofdgroep was een vrouw die haar kind droeg.
Ik keek naar dit alles uit - en opeens, rechts van ons pad was een opengekapte ruimte; daarop, onder een grote boom inderdaad nog, een afdakje, onder dat afdakje een bij elkaar geveegde hoop stenen, die er even goed hadden kunnen liggen om er een borstwerinkje van te metselen. ‘Hier is het’, zei de oude heer. (Alweer een teleurstelling dus; gelukkig dat de oude heer later zou blijken een zo goed verteller te zijn.) ‘Dat andere, had hij van het duitse monument gezegd, was gemaakt’. ‘Terwijl dit vroeger mensen waren?’ vroeg ik. ‘Vermoedelijk.’
Het was niet gemakkelijk in deze collectieve bijeenklontering nog veel karakter op te diepen uit de toch al zo vormloze beeldjes. De man wees mij op een donkerrose klomp van poreuze steen, die hijzelf uit de sawah had opgeraapt, zei hij, en ook maar hierbij had gebracht; inderdaad was ook daar nog iets van een gezicht aan. Hij draaide een ander beeld om, opdat ik zien zou dat er drie ontwerpen van gezichten op waren, het embryo dus van een trimoerti, wat niets verwonderlijks had, omdat naast de hindoe-javaanse kunst deze ruwere vormen bleven voortbestaan; zo was er ook het embryo van een Ganeça, met toch al duidelijk herkenbare slurf. Er was een vrouw bij, herkenbaar aan het haar op haar rug; dit haar was een stenen worst als de slurf van de Ganeça. Er was een beeld met ascetisch type, een beetje indiaans; een paar kleinere, aapachtige inderdaad, met de armen om de knieën, maar tragisch en spottend voor zover de trekken tot uitdrukking kwamen, met scheefgetrokken hoofden en smartelijke vegen voor wenkbrauwen. De boot was er ook nog, iets als een grote klomp, maar buiten alle proporties met de schipper bijv., die bijna tweemaal zo groot was.
Deze schipper werd mij in het bijzonder aangewezen; hij was