talent, wanneer men vergeet dat hij, als indisch journalist, met zijn realistische romans het probleem had op te lossen van zijn lezers ook nog te boeien per feuilleton; zonder hem naar goed vaderlands gebruik meteen met Balzac te willen vergelijken, kan men zeggen dat hij in zijn werk deze twee elementen - het feuilleton en het meer-dan-feuilleton - met Balzac gemeen had.
Het boek dat hier herdrukt wordt is uit dit werk m.i. een zeer goede keuze. Goena-Goena is een van Daum's gaafste romans, met een der eenvoudigste intriges. De feuilleton-kanten ontbreken er geenszins, maar men dankt daaraan de grote directheid van de dialoog, die bij alle eenvoud heel wat minder onnozel is dan die van veel zogenaamd betere literatuur. Men kan van Daum niet zeggen dat hij een buitengewoon psycholoog is of verfijnd analyseert, maar hij is, in tegenstelling tot vele slachtoffers van een hogere literaire humbug, op verkwikkende wijze vrij van domheid. Alleen onbekendheid met de indische ‘toestanden’ waar het hier nu eenmaal om gaat, kon Van Deyssel bewegen tot het prijzen, boven Goena-Goena, van een zoveel drakeriger geheel als Uit de suiker in de tabak. Ik beschouw Betsy uit Goena-Goena als een van de beste figuren van Daum en van onze koloniale roman: haar verhouding tot de oude Sarinah, zelf zo uitnemend in enkele trekken gegeven, de hele groteske en tragische historie die ons hier zonder een grein zwaarwichtigheid wordt verteld, zijn zeer representatief voor deze schrijver, en de reis van Ketjil naar de Zuidkust is een van de weinige gedeelten waarin hij het koloniale leven onder de Europeanen verlaat om zich onder de inlanders te begeven. De scène waarin men werkt met een fles inkt die voor azijn gehouden wordt, en die sommige critici tè komisch voorkomt, lijkt mij, in dit geheel, ten volle verantwoord; een, hoewel feuilletonistisch, toch goed gedoseerde revanche van het ‘leven’, waar het leven zich manifesteert op dit peil.
De mensenkennis van deze schrijver moge wat al te zeer op uiterlijke ondervinding berusten, niet diep en niet subtiel ge-