zijn, ondanks de serieuze ‘cultuurtaak’ - op veel naiever en sterker wijze; ondergaat de éénheid van dit bepaalde deel ook veel meer; en toch is het in beide gevallen hetzelfde.
In beide gevallen heeft de lezing ook stimulerend gewerkt: de een zal tot méér lezen, de ander tot her-lezen worden gebracht in de literatuur waaruit deze teksten gekozen werden, maar het nut van het boek is in beide gevallen groot geweest. Is men betrekkelijk jong en militant als letterbeoefenaar, dan acht men zich wellicht geroepen min of meer te protesteren tegen dit soort vulgarisatie, dat men zelf niet nodig heeft, dat men dan een soort ondermijning vinden kan, een profanatie van, een concurrentie tegen ‘het ware’. Als men, minder absolutistisch geworden, zelfs in het militante, en het lezend publiek beter hebbende leren kennen, een boekdeel als dit in handen neemt, beseft men, voelt men, bijna fysiek, hoeveel goeds het doet, althans doen kan; hoe gelukkig velen er mee kunnen zijn (denk u bijv. maar in, hoe men als jongen die juist de ‘echte literatuur’ ontdekt heeft, verrukt zou zijn met een dergelijk cadeau); en dat de illusie van compleetheid die het velen geven kan, ook reeds iets is waarom men als ‘kenner’ kan glimlachen, maar die men nooit met werkelijke overtuiging verwerpen zal. De formule, die voor dergelijke boeken gevonden werd, ‘pakt’, zij het oppervlakkig of grondiger, en al kan het ene experiment in het soort pittiger smaak hebben, geslaagder zijn dan het andere.
Persoonlijk dank ik dit boek aardige momenten. Ik heb er middeleeuwse verzen in gevonden die de naieve directheid hadden van sommige liederen van Heine; het prachtige stuk uit De Roovere's Van der Mollenfeeste herinnert als een tweelingbroer ondanks 4 eeuwen tussenruimte aan het even beklemmende gedicht van de Montmartre-zanger Marcel Legai, ‘Tu t'en iras les pieds devant’; Potgieter, van wie de hier voorkomende verzen mij nogmaals overtuigden van de bijzondere lelijkheid, de in het vers Gemijmer zelfs stuntelige gewrongenheid, van zijn poëzie, onderhield mij plots alleraangenaamst met een fantasie in proza, bijna modern van