symboliserende schetsjes, parabels, legenden, en zelfs het langere en zeer vervelende verhaal vol bijbetekenis, waarmee de bundel besluit. Er zijn aardige, minder aardige en volmaakt on-aardige verhalen bij: onder de eerste bijv. het in zijn soort zeer geslaagde grapje-met-diepere-bedoeling Van de verdroogde spons, dat ik zelfs het meesterstuk vind van de bundel; onder de laatste het uiterst goedkope, anti-demagogisch bedoelde en zelf zo demagogische stukje Drie Woorden.
Daartussen staan de verhalen over de zielen-in-nood, die, omdat het zulke èrg eenvoudige zielen zijn, vanzelfsprekend alle recht hebben op des lezers en zelfs des recensenten ‘meeëlij’, dus als een vrijwel onaantastbaar groepje. Zegt de recensent dat hij geen belangstelling heeft voor deze zielen, dan is hij immers een monster; zelfs wanneer hij het als Kuyle's schuld zou beschouwen, dat zijn belangstelling niet werd opgewekt. Eenvoudige zielen die lijden, hebben recht op deernisvolle belangstelling, ook zonder voldoende medewerking van hun auteur.
Deze soort verhalen dus terzij latend, als noodzakelijk ontroerend en mooi, zeg ik liever een paar woorden over de twee iets gecompliceerder stukken, die mij persoonlijk iets meer boeiden. Het eerste heet Kruis op Waldeneck en is, in een christelijke wereld overgebracht, een soort verhaal als De Gebochelde of De Graaf van Monte Christo, - ik bedoel dat soort verhalen, waarin iemand, aan wie onrecht begaan werd, zich een heel boek door gaat wreken op een lange lijst mensen, en niet ophoudt vooraleer de laatste verdelgd werd. Kuyle doet hier in minder dan 30 bladzijden waarvoor andere auteurs soms bij de 3000 nodig hadden, maar daarin ligt niet de opmerkelijkheid van dit verhaal. Het bijzondere hier is, dat een Christusbeeld gemolesteerd wordt door een paar ongure knapen, die daarna allen door een ongeluk aan hun end komen; hetgeen zou kunnen aantonen, dat Christusbeelden wraakgieriger zijn dan Christus. Het andere verhaal heet Madonna di Roccino Sopra Gerra, en bestaat uit een boeiende legende met een staart van moderner karakter.
Het is jammer, dat de auteur zozeer overtuigd schijnt van de