treffen zal. De liefde van Gide voor het landschap als ‘staat van de ziel’ spreekt bij herhaling uit dit eerste deel: van de proza-aantekeningen uit André Walter over diens Poésies, en het volmaakte La Tentative Amoureuse tot in Le Voyage d'Urien, waar hij voor het eerst de humor tot een poëtisch element maakt, en sommige delen van Paludes toe.
Van de Cahiers d'André Walter vindt men hier de voorrede die zijn enige literaire, tevens zijn boezemvriend uit die tijd, Pierre Louÿs, ervoor schreef, en een appreciatie, of liever depreciatie, van Gide zelf voor dit werk, waarin hij toch, volgens sommigen, ‘reeds geheel aanwezig’ is. Deze Cahiers geven een morele ontwikkelingsgang, het verloop van een ‘ferveur’ (onvertaalbaar woord), voortspruitende uit een geremde liefde: Emmanuèle, André Walter's kameraad, die met een ander trouwen zal, zal Alissa worden in La Porte Étroite, is hier poëtischer gezien, en toch bijna tot een aanleiding teruggebracht. Er is verwantschap met de geestestoestand van Werther, misschien iets van Dominique ook, maar een vergeestelijkte verwerking daarvan, die zich direct geheel bij het symbolisme liet inlijven. Allain, André Walter's voorgenomen romanfiguur (Walter staat voor Gide en Allain weer voor Walter) wordt gek; Walter eveneens, want hij sterft aan hersenkoorts; de wedloop naar de krankzinnigheid tussen Walter en Allain behoort tot het minst geslaagde, het meest literair-aangebrachte van alles wat Gide schreef. Maar een vergelijking met het geheel nieuwe journaal van de auteur zelf achterin geeft aan alles de reële betekenis terug; uit dit journaal, dat bijna geen gebeurtenissen geeft, dat de contrôle blijft van een intellectuele en morele ontwikkeling, werd trouwens een groot deel van André Walter samengesteld.
In de poëzie die op de Cahiers volgt, vindt men een lichte toon à la Laforgue, onverwacht bekoorlijk voor wie in Gide voornamelijk de cerebrale schrijver zien, van een volstrekte, poëtische waarde, welke men nogmaals vindt in de onuitgegeven Poèmes (1892-'97), met het journaal de belangrijkste ‘onthulling’ van dit eerste deel, daar zij een plaquette zouden vormen