hoe een man van bij de veertig zoveel juveniele razernij in het spel kan brengen - en dat 600 bladzijden lang - tegen de mensheid en de wereld, in het belang van Céline's haat zelf ware het beter geweest wanneer hij geleerd had zich te beheersen. Men zou zich dit boek, dat reeds zo verwoed en fel is, nog doeltreffender en gevaarlijker kunnen denken, hoe vreemd dit de weldenkende lezer ook lijken mag: wanneer de schrijver, inplaats van de gek Bardamu als vertolker van zijn gevoel te nemen (want de vermomming is practisch, maar meer ook niet), zichzelf had uitgesproken - gesteld dat hij de onafhankelijkheid daartoe bezat. Bardamu, wiens visie op mensen en dingen wanhopig monotoon is, want de oorlog zowel als Afrika, Amerika zowel als ieder ander decor, en onverschillig welke de wereld is waarin hij terechtkomt, leger of wildernis, boot of hospitaal, alles is even grondig corrupt en walgelijk, pover en troosteloos, en het opium dat hij ertegen vindt met zijn visie volmaakt in harmonie - Bardamu, die alles in één zak gooit, heeft het excuus van zijn door de oorlog bedorven brein. Met dr Destouches zou het lichtelijk anders hebben kunnen zijn; wanneer hij minder ‘temperamentrijk’ en met grotere helderziendheid zijn bezwaren tegen de wereld had geformuleerd, ware het in de subjectieve vorm van zo rijke persoonlijke ervaring, zijn boek had een minder koortsige literatuur, een overtuigender aanklacht opgeleverd. Zoals het is, mag men het niettemin bewonderenswaardig noemen, heeft men te erkennen, of men ervan houdt of het verfoeit, dat men hier te maken heeft met een brok werk dat niet dan met de grootste opofferingen tot stand kon worden gebracht, en dat de keurig in elkaar gezette, min of meer subtiele, min of meer gedistingeerde producten van duizend-en-één auteurs ‘van naam’, èn qua kracht èn qua inzet veruit overtreft. Het kan op ketterij lijken, maar men zou er
die fameuze Geschiedenis van San Michele naast kunnen zetten, die andere halve mémoires van een geneesheer, waarin licht en duister elkaar zo gevoelig afwisselen (het duister tot schrik toch van menigeen), en dr Axel Munthe naast dr Destouches werd volledig wat hij