Wij hebben tot publicatie in het Verzameld Werk besloten, omdat zij, anders dan een groot aantal losse notities betreffende ongeschreven verhalen in deze cyclus, voldoende vorm en samenhang bezitten. Het leek ons bovendien interessant, omdat de plannen voor De Onzekeren Du Perron vele jaren hebben bezig gehouden, met deze onvoltooide stukken een proeve te geven van ‘werk in wording’.
Dezelfde overweging geldt ook voor De Nieuwe Manier, een in 1932 geschreven toneelstuk, dat Du Perron onvoltooid heeft gelaten, omdat het hem niet beviel. Hiervan zijn twee voltooide bedrijven in de nalatenschap gevonden, terwijl van het derde bedrijf slechts de toneelaanwijzing en het ontwerp van het scenisch verloop zijn aangetroffen. Uit een fragment in manuscript blijkt, dat de schrijver heeft overwogen om ook dit gegeven te gebruiken als verhaal voor De Onzekeren.
In de marge van het manuscript van de Dialoog zijn enkele aantekeningen geplaatst: naast passages die overeenkomen met de tweede alinea's van blz. 464 en 466 in dit deel, staat resp. ‘Korter?’ en ‘Beter?’
Brieven van een zwaarmoedig Auteur is geschreven in het najaar van 1930 te Brussel, en verschenen in Forum I 1932.
Scheepsjournaal van Arthur Ducroo, geschreven in October-November 1936, verscheen posthuum in 1943.
In deze Grootse Tijd, geschreven van October 1934 tot Mei 1938, verscheen posthuum (hoewel voorzien van het jaartal 1946) in Februari 1947, in één uitgave samengebracht met ‘Brieven uit Holland’, die in deel VII van deze editie worden opgenomen. De in dit deel V gepubliceerde tekst droeg in de boekuitgave van 1947 de ondertitel ‘Blocnote Klein Formaat’ naar aanwijzing van de auteur. Ook de titel In deze Grootse Tijd is van Du Perron, die de tekst ervan samenstelde uit passages van Blocnote Klein Formaat (1936), Graffiti (1936) en uit soortgelijke notities en stukken in Groot Nederland, De