Verzameld werk. Deel 1(1955)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] De bierpiraat Hij dreef op alle bieren en ging prat dat drank hem nooit een beentje had gelicht, en overdreef niet: meer dan ieder vat kon hij bevatten - 't was zijn overwicht. Enorm daarbij: een stier, met een gezicht zo onbehoorlijk opgeblazen, dat men met plezier erin gespogen had, wanneer men spugen kon met de ogen dicht. Ik heb mij vaak aan hem gesterkt. Die man schonk mensenkennis uit dezelfde kan: zijn anecdoten waren psychologisch. Hij zag van iedereen de platte kant; ik gloeide in zijn schaduw: mijn verstand bevond hem bol, maar tot de slokdarm logisch. Vorige Volgende