Verzameld werk. Deel 1(1955)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Wandeling zonder maan De grote mensen zijn naar bed gegaan. Mijn lieve kind, wij zouden kunnen lopen om 't huis, door 't donker, maar het hek staat open, de straat op, onder een lantaren blijven staan. Wij zouden kunnen zoeken naar de maan, die als een spelbreker opeens is weggekropen. Dit licht volstaat? maar 't trekt muskieten aan! Kom mee, een voorraad caramellen kopen. Een grote voorraad, groot voor wel twee uren. 't Is lang, twee uren, kind. Zou ooit wel duren een vreugde langer? 'k Stel de vraag met pijn. Dit zoete smelten op de tong moet sussen de brand van onze lippen, want wij zijn te klein, nietwaar, kind? om elkaar, twee uren door, te kussen. Vorige Volgende