H. Mayer
aan
E. du Perron
[Den Haag], 15 juli 1936
15 Juli 36
Beste Eddy,
Dank voor je medeleven met mijn bokkesprongen op die autobus staande te blijven, ik hoop dat jelui hart niet van het vasthouden geleden heeft. wat de regen in het Park van St. Cloud betreft, ik heb daarnaar zitten kijken onder een soort afdakje , benevens onder het genot van een glas cider, een in ons vaderland vrijwel onbekende drank.
Het Noodlot van Couperus is ingenaaid besteld. Van oude menschen is gestuurd, dat bestaat alleen gebonden. In het groene deeltje van Lord Arthur Savile’s crime staat inderdaad, behalve nog meer interessants,: The portrait of Mr.W.H. Ik heb een exemplaar voor je besteld. Mocht het uitverkocht zijn, dan heb ik er thuis nog wel eentje voor je, maar in een niet onberispelijk bandje. Intensions heb ik eveneens gevraagd.
Het boek van Fülop Miller heeft, het spijt mij dat ik het zeggen moet, weinig handelswaarde. Ik zou je niet raden het alvast naar mij toe te sturen, het porto is daarvoor te hoog, en meer dan een paar gulden zal ik er niet voor krijgen.
Van Van Nijlen kreeg ik een brief waaruit blijkt dat hij overtuigd is dat je dit najaar naar Indië afreist. Het zou met het oog op den a.s. winter en de daarbij gepaard gaande onaangenaam lage temperaturen, misschien heel prettig voor je zijn. Maar ik hoop van harte dat ik je, vóór je afreist, nog zie.
Hartelijke groeten, ook aan je vrouw en de kleine
Doorslag: Literatuurmuseum, Den Haag