P. van Ostaijen
aan
E. du Perronn
Antwerpen, 20 september 1926
Antwerpen, 20-9-26
Mijn beste du Perron,
Dat is een uitstekende idee van je geweest Hooft uit te geven zodanig dat je - als lezer - niet verplicht bent die vervelende uitgaven met voetnota’s voor lief te nemen. En de uitvoering is zeer goed. Ik wens je geluk daarmee en dank je hartelikst om het toegezonden exemplaar. Ik heb er mijn ‘helle Fr[eu]de’ aangehad zo op t’ onverwachtst - en juist in deze wonderlike nazomer - weer Hooft te reciteren.
Je hebt me uit een moeilikheid geholpen. Reeds zolang wilde ik wél Hooft, maar niet in het ‘letterkundig pantheon’ of zo. En nu heb ik Hooft en is deze moeilikheid weer [van] de baan. Dus dank.
Ik las ook het eerste stuk van je vertelling in Het Woord en ik blijf bij mijn mening, die ik je reeds eens meedeelde, dat jij verdomd amusant vertelt. Dat is niet gemakkelik, zolang men anderzijds ook niet wil horen van hetgeen men in Holland een ‘vlotte vertelling’ noemt.
Ik wil, voor mij, maar hopen dat je deze ‘conste verder pleegt’.
Met hartelikste groeten
steeds uw
Paulv Ostaijen
Origineel: Antwerpen, Letterenhuis