Nagekomen brieven

E. du Perron
aan
J.A. Antonini

Parijs, 12 december 1933

Beste Gino,

Ik belde je vanmorgen op, maar het lijkt niet goed mogelijk je op deze manier te bereiken. Anderszins ben ik al deze dagen zeer druk bezet, omdat wij ons opmaken voor 10 dagen naar Holland te gaan, en dus op allerlei gebied vooruit moeten werken. Als je er dus op gesteld bent dat we dat stuk over de poëzie^1. in elkaar flansen, kom dan morgen (Woensdag) tusschen 11 en half 12 in Le Murat, een café op den hoek van de B^d. Murat en de rue d'Auteuil (metro Porte d'Auteuil); wij kunnen er dan een uur rustig aan werken, als je niet te vroeg eet.

Ik zie anders geen mogelijkheid om me vrij te maken; al deze avonden moet ik naar de een of andere tooneel-rotzooi.

Wat een veelzijdig begaafd man moet de heer Philippe Hériat^2. toch zijn, die Pranzini^3. kan spelen en L'Araignée du Matin schrijven. Ik heb me blijkbaar toch vergist toen ik mij verbeeldde^4. dat alle comedianten botterikken waren!^5.

Hart. groeten van je

E.

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

1. Niet teruggevonden.

2. Philippe Hériat (pseudoniem van Raymond Gérard Payelle, 1898-1971), was na zijn deelname (vanaf 1916) aan WO I assistent-filmregisseur en acteur in films en op het toneel. Hij debuteerde in 1931 met zijn roman L'innocent (Prix Rénaudot).

3. De postbeambte Henri Jacques Ernest (Enrico) Pranzini (1856-1887) werd ter dood veroordeeld voor de drievoudige moord in de rue Montaigne te Parijs in de nacht van 19 op 20 maart 1887. Hij werd op 31 augustus ter dood gebracht. Niet achterhaald is in welke productie deze rol voorkomt. André Pascal publiceerde in 1933 te Parijs Pranzini, Le crime de la rue Montaigne met documenten.

4. Deze roman verscheen in 1933 te Parijs

5. niet achterhaald.