E. du Perron
aan
S. Koperberg
Denpasar (Bali), 17 mei 1937
Geachte Heer Koperberg,Ga naar voetnoot1.
Dank voor de brieven,Ga naar voetnoot2. die ik in Denpasar al dadelijk bij aankomst vond. Den heer Spies heb ik ontmoet. Ik vrees dat ik niet naar KarangasemGa naar voetnoot3. zal kunnen, maar zal nog probeeren in Singaradja Dr. GorisGa naar voetnoot4. te ontmoeten. Wat het Soerab. Hdlsbl. betreft, daar
ik de aangekondigde copie van uw schrijven aan den heer Versteeg niet vond, veronderstel ik dat u niet geschreven hebt en zal ik daar dus maar geen bezoek afleggen.
Bovendien, we kunnen die zaak,Ga naar voetnoot5. dunkt me, gerust uitstellen tot later. Als ik in Djokdja terugkom, kunnen u en ik er misschien nog over beraadslagen. Evenzoo wat mijn medewerking aan Djåwå betreft. Ik wil graag iets voor u schrijven, maar over balineesche literatuur, of zelfs europeesche dito over Bali, voel ik me vooreerst allerminst competent. Ik begin mij eenige opinie te vormen, maar nauwelijks genoeg voor z.g. ‘losse indrukken’; en als ik voor u schrijf doe ik het liever meteen goed.
Met vriendelijke groeten,
EduPerron
Denpasar, 17 Mei '37.