E. du Perron
aan
W. Walraven
Bergen, 2 november 1939Ga naar voetnoot1.
Verder heb ik in de papieren van Multatuli-zelf allerlei hoogst curieuse stukken gevonden, ongepubliceerd nog, en die hier en daar werkelijk nog ‘een nieuw licht’ op de Lebak-affaire werpen. Ik heb ze al overgeschreven en toegelicht en het pak kan eerstdaags naar een uitgever, - dien ik overigens nog vinden moet. Morgen ontmoet ik in Amsterdam den ouden heer Gobée, die 1 document, in Arabische karakters geschreven,Ga naar voetnoot2. voor me zal lezen, en Garmt Stuiveling, die de zaak ook ‘bekijken’ gaat. Dan ben ik ermee klaar, hoop ik. - Er is een Maleische brief bij van den regent in antwoord op de vraag van den controleur, of hij sakit hatiGa naar voetnoot3. heeft tegen den assistent-resident of niet, die onbetaalbaar is als staal van ‘Ooster-sche’ breedsprakige en quasi-verhulde vileynigheid. Die neem ik in extenso op, met een vertaling, waarin ik geprobeerd heb den toon te treffen, wat niet makkelijk is. Overigens schreven ze in dien tijd een veel vulgairder - en voor mij dus makkelijker te begrijpen - Maleisch dan tegenwoordig.